Het is een beetje stil geworden rond de discussie over het pensioenakkoord.Tamerus, de actuaris bij de PGGM en lang bezig geweest met ALM had een interview in het Financieele Dagblad (Kritiek op pensioenplan pijnlijk) waarin hij zijn gram kwijt kon over zijn lovebaby. Hij troost zich met de gedachte dat de taboes op de pensioenleeftijd en de zekerheid van pensioenen hierdoor zijn doorbroken.
De discussie over de rekenrente, vooral het je rijk rekenen hiermee, is ongelukkig gevoerd. Die is besmet door de afkeer van de sterk fluctuerende marktrentes en de daardoor sterk fluctuerende rekenrentes. De discussie lijkt nu te gaan richting een marktrekenrente met een opslag in lijn met het extra risico dat genomen wordt (en dat vereist dan weer buffers die daar in overeenstemming moeten zijn, om niet een al te riskant beleggingsbeleid uit te lokken). Voorlopig wijst er nog niet veel op dat pensioenfondsen duidelijk meer risico gaan nemen bij doorvoering van het pensioenakkoord.
Zekere, waardevaste pensioenen zijn een onmogelijkheid geworden, nu de demografie zo verslechterd is. Er is in het verleden een te groot beroep op solidariteit gedaan en dat kon ook. Met pensioenpremies kon je vroeger veel bijsturen, nu is dat veel minder. Actuarissen hebben veel te lang tegen beter weten in gewerkt met te optimistische sterftetafels, het langlevenrisico onderschat (daar heb ik wel eens ruzie over gehad met actuarissen die vonden dat ik mijn mond moest houden over dit onderwerp waar ik (net als zij toen) geen kaas van had gegeten).
Na 2006 is de boot gemist vindt Tamerus, toen had men moeten inzien dat te veel pensioenzekerheid met indexatie voor inflatie was beloofd via in de toekomst steeds meer onhaalbare solidariteit.
Hij is voorstander van pensioenpremies berekend met de zekerheid van verzekeringsmaatschappijen (99,5%) en niet de traditionele van een pensioenfonds(97,5%) op bais van de risicovrije marktrente. Dat is een dure zaak.
Tsja, ik denk dat het pensioenakkoord inderdaad een onvermijdelijke weg is. Er moet gerekend gaan worden met iets hogere rekenrentes in lijn met prudente verwachte opbrengsten. De gemiddelde doorsneepremie (je bouwt even veel pensioenrechten op onafhankelijk van je leeftijd, d.w.z. 20-55 jarigen subsidiƫren 55-68 jarigen enorm) moet geleidelijk van de baan vanwege de demografie. Pensioenen zijn niet meer zeker en er moet als de nood aan de vrouw komt (de meeste gepensioneerden zijn vrouwen) in de uitkeringen gesneden worden. Maar je moet niet met onzinnige door centrale banken te laag gemaakte rentes veel te lage rekenrentes rekenen. Daarmee ga je de pensioenopbouw nodeloos te veel korten. Als het pensioen onzeker is, dan hoef je niet meer met de risicovrije rente te rekenen, je kunt een iets hogere rente nemen. Hoe veel hoger? Dat is onduidelijk en dat gaat electoraal afgedwongen worden door de gepensioneerden en bijna gepensioneerden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten