Tot voor kort werd er behoorlijk
positief tegen QE aangekeken. Het verbeterde het optimisme en daardoor stegen
de beurzen. Die gingen vooruitlopen op verbetering van de fundamentals en met
een beetje geluk volgen de fundamentals dan de beurzen (de reflexitivity van
Soros). Het bewijs op doorwerking in betere groeivooruitzichten bleef
flinterdun. Inflatie kwam er niet van, het voorkwam deflatie. Baat het niet,
dan schaadt het niet zo was de opinie.
Dat is de laatste paar maanden aan
het veranderen. Te veel QE schaadt wel degelijk. Het zorgt voor bubbels op de
markten (nu voor bepaalde credits, defensieve aandelen met hoge PE) en
misallocatie van kapitaal bij investeringen (de verkeerde investeringen groeien
nu hard, zo vreest men steeds meer). Extra QE zorgt niet voor meer risico
nemen, maar voor meer kopen van lage bèta-investeringen (defensieve aandelen en
credits). Dat argument hoor je steeds vaker.
QE zorgt voor te veel volatlitet zo klaagt men
sinds Abenomics voor volatiliteit op de aandelen- en obligatiemarkten zorgde.
Er wordt steeds meer getwijfeld aan
de extra groei door QE. Dat gebeurde overigens als sinds de start. QE1 was
overigens noodzakelijk, het herstelde de vermogens van de banken in de VS, QE2
en verder was eigenlijk niet zo nodig, zo oordeelt men, het helpt de consument
misschien wel en vooral de rijkste 1%.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten