De goeroe van Natixis bracht weer
zijn gebruikelijke grafiekenboekje mee. Vroeger waren er dat maar ongeveer 200,
daarna raakte ik gewend aan zo’n 300, maar de productiviteit staat niet stil,
nu waren het er 457.
Hij was zoals gewoonlijk goed op
dreef en met behulp van een groezelig papiertje wist hij steeds naar de juiste
grafiek in het boekje te sturen.
China
Men maakt zich wel erg grote zorgen
over de financiële sector en enkele faillissementen in de schaduwbankensector. Deze
is niet veel te groot, maar groeit wel zorgelijk hard. Op een deposito krijg je
nog geen 3% en bij de trusts 7%. Chinezen
met hun deposito’s van 200% van het BNP lussen daarom wel pap van de wealth
management products van de trusts. En die dingen zijn hard nodig voor de
economie. Banken lenen eigenlijk alleen maar uit op basis van onderpand en als
je op andere condities moet lenen, dan heb je een probleem. Je bent dan
afhankelijk van de trusts. Zonder die trusts loopt een groot deel van het
bedrijfsleven vast. Het zou 3-4% lagere groei betekenen [PV: dat zou inderdaad
het Lehman moment zijn; in de VS veroorzaakte dat ook een minstens 4% lagere
groei]. De overheid en de PBoC zijn er daarom helemaal niet op uit die wealth
management products en trusts de nek om te draaien. Men wil alleen de groei
ervan nog enigszins in de hand houden.
Omdat die trusts voor ongeveer 70%
werken via de grote vier (semi staats)banken dacht het publiek dat ze door de
staat gegarandeerd waren. Een en ander veroorzaakt wel stress in de
interbancaire sector.
Men heeft veel te veel deposito’s in
China. Arthus sprak van de “stupid circulation of liquidity”. Al die deposito’s
worden niet aangewend voor consumptie en kunnen hun weg naar investeringen van
het bedrijfsleven niet goed vinden. Naar het buitenland kan niet. De
valutareserves van de PBoC groeien voortvarend hierdoor. De valutakoers wordt
kunstmatig laag gehouden via de opbouw van reserves, maar men streeft toch wel
een sterke yuan na, dat is een goede prikkel voor innovaties,
productiviteitsstijging.
De bouw (nu bijna dubbel zo groot
als in Spanje op de top) is veel te groot aan het worden. Eerst kon de hoge
groei in China bereikt worden via investeringen om meer te kunnen exporteren.
De laatste jaren eigenlijk vooral via de bouw, infrastructuur. De bouw en
trusts zijn nodig om de groei rond 7% (of hoger) te houden.
India (of
Brazilië of Zuid Afrika, allemaal zelfde verhaal bijna; Turkije is anders)
Consumptie stijgt, industriële
productie niet. Tekorten op de lopende rekening gaan daarom omhoog.Er zijn enorme problemen met de elektriciteitsproductie en transport. Vooral de te lage productie van elektriciteit hindert de groei van de industriële sector. Infrastructuurinvesteringen moeten via de private sector. Men praat al tien jaar over projecten in India. Arthus gaf voorbeeld van een investering van 350 miljoen waarvan nog steeds geen dollar was uitgegeven na tien jaar.
Onderwijs is een probleem in India, meisjes krijgen heel weinig scholing.
Inflatie
Alles wijst op langdurig lage
inflatie van ongeveer 1% in Europa en de VS. De ECB past haar doelstelling voor
inflatie aan via 1,5% en begint te stellen dat 1% toch eigenlijk ook wel
prettig is. In de VS zijn er studies dat 2% eigenlijk iets te weinig is voor
goede economische groei, 3% inflatie is beter. Maar ook daar zal de inflatie te
laag blijven.
In de VS heb je hogere
productiviteitsgroei en loongroei die de productiviteitsgroei nog minder
bijhoudt dan in Europa. Arbeidskosten per eenheid product dalen in de VS bij de
huidige lage loonstijgingen van 1% voor de middenklasse. Loonstijging zal laag
blijven door afbraak macht van de vakbonden die haast niet aanwezig zijn bij de
nieuwe beroepen en ook bij deeltijdbanen is de onderhandelingspositie voor
hogere lonen ver te zoeken.
Yellen heeft er op gehint dat de
nominale economische groei tegenwoordig veel lager is dan vroeger. Daarbij
hoort geen rente van 4% zoals alle FED gouverneurs voorspellen op lange
termijn, maar 2,5-2,75%.
Arthus gelooft in een normale
tienjaarsrente op middellange termijn van 3,25% in de VS en 2% in Duitsland.
Patrick gelooft in een sterke euro
op termijn en is het oneens met 99% van zijn collega’s die een sterke dollar
zien. Het overschot op de lopende rekening van de eurozone is enorm en in de
kernlanden blijft men veel te veel sparen en in de periferie kan men niet de
besparingen verminderen gezien hun schuldenpositie. De ECB griezelt van QE en
zal het niet voor elkaar krijgen de inflatie naar 2% te brengen. Het buitenland
blijft dol op leningen van de eurozone.
Arthus gelooft in het boek van Stiglitz over de te hoge inkomensongelijkheid. In de VS zal men blijven stemmen op partijen die lage lonen nastreven. Ook de democraten zetten zich niet echt in voor loonstijging van de middenklasse. Idem voor het VK, waar men nooit op partijen zal gaan stemmen die hogere loonstijging dan de groei van de productiviteit zullen afdwingen. In Europa stemt men nog niet op partijen die loongroei en hogere uitkeringen nastreven, maar dat kan komen. Alleen in Japan heeft men op een partij gestemd die hoge loongroei wil, Abenomics.
[PV: ik denk dat na ongeveer
2018-2020 geleidelijk overal, ook in de VS, gestemd gaat worden voor minder
ongelijkheid en hogere lonen versus de productiviteit. Dat is mijn uitleg van de
Kondratieffgolf en pas na ongeveer 2035 zal men weer voor minder nivellering
gaan].
geen enkele van die 457 grafieken was het waard om te laten zien?
BeantwoordenVerwijderen