Wall Street kwam deze week per saldo nauwelijks van zijn plek af, maar in Europa en vooral Japan en diverse Emerging Markets ging het een stuk beter (met uitzondering van Rusland).
(via blog Bespoke)
Diverse hoogvliegers stortten neer in de VS zoals biotechnologie, internetbedrijven en Tesla lijkt ook aan de beurt voor een val zegt men.
Een en ander zou komen omdat de VS uit de soft patch is en men dan liever waarde-aandelen wil kopen dan groei-aandelen.
De Amerikaanse economische indicatoren verbeterden afgelopen week. Initial claims voor werkloosheid daalden flink en zijn nu zeer laag. Nieuwe orders verbeterden. Het consumentenvertrouwen liep flink op. Inkomen en uitgaven stegen 0,3% over februari. De groei van het BNP over het vierde kwartaal werd bijgesteld van 2,4 naar 2,6%.
De ECB liet uit monde van een Duitse gouverneur, Weidmann, uitlekken dat quantitative easing niet helemaal onbespreekbaar is (al zal het dan wel moten gaan om opkopen van andere schulden dan staatsschulden). De inflatie is zelfs in Duitse ogen te laag.
In Amerika wordt de centrale bank juist strenger. Stein mocht verwoorden dat financiële stabiliteit (=weg met QE tegen elke prijs, liefst zo snel mogelijk) het belangrijkste is geworden voor de FED.
In Frankrijk stegen de Markit PMI's voor industrie en diensten allebei tot boven de 50, samen 51,6. In Duitsland was er enige daling, maar toch samen waren de BME Markit PMI's 55. De IFO was 0,6 lager, door lagere verwachtingen voor de toekomst (daling van 108,3 naar 106,4). De Duitse inflatie was 0,3% gestegen over februari.
In Japan waren de cijfers goed. De inflatie bleef 1,3% op jaarbasis (dit gaat omhoog schieten als de BTW 3% verhoogd wordt per 1 april). De werkloosheid daalde 0,1% naar 3,6%. Het vertrouwen van midden -en kleinbedrijf steeg van 50,6 naar 53,5.
In China was HSBC PMI zorgwekkend laag op 48,1 (was 48,5). De winstgroei op jaarbasis i de industrie was 9,3% en de leading indicators stegen 0,9%.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten