Bij het blog Bespoke en Ritholtz wordt overigens korte metten gemaakt met de voorspellende waarde van een death cross.
Ik vind het opvallend dat het al zo lang niet meer gebeurd is. Bij elke grote bear markt gebeurt het (uiteraard), maar in ongeveer de helft van de keren stijgt de beurs gewoon verder.
Enigszins zorgelijk is dat er een fundamentele reden lijkt te zijn: China en de devaluatiewedloop omdat China voor de tweede dag achter elkaar devalueert.
Overigens herstelden de koersen na d veel lagere opening weer en is op de slot geen duidelijk death cross meer zichtbaar.
Als een death cross betekent dat de centrale banken weer royaler moeten worden, dan is dat natuurlijk geen reden om de aandelenkoersen naar de kelder te zenden.
De ingeprijsde kans dat de FED de rente in september gaat verhoogde kelderde weer. De markt is danig onder de indruk van de Chinese fratsen. Hilsenrath moet weer flink op de markt in gaan schrijven, anders kan de FED in september het vergeten, ze mogen de markt niet totaal verrassen.
Een nieuwe devaluatiewedloop lijkt een plausibel verhaal en dat dit voor lagere importprijzen zorgt in de VS ook.
Albert Edwards had bovenstaand plaatje. Een zwakke yen zorgt voor lagere importprijzen. China kan niet eindeloos de munt versterken ten opzichte van de yen. Capitulatie voor de slechtere Chinese groeivooruitzichten.
Nog een ander plaatje van Edwards: de yuan is de laatste jaren veel te sterk geworden tegen de dollar.
Nu wordt de trend omgebogen.
Edwards lijkt voor de afwisseling gelijk te
krijgen met de Chinese munt. De yuan is de laatste jaren relatief
overgewaardeerd geraakt versus de dollar en dat is problematisch nu Japan en
Europa hun munt ontwaard hebben. Een sterkere yuan lag voor de hand, dat
gebeurt als een land razendsnel van ontwikkelingsland naar ontwikkeld land aan
het gaan is. Dan is de munt sterker dan het inflatieverschil aangeeft.
Nu het minder goed gaat met China (het is
overduidelijk dat er geen 7% groei is in China), moet even afgeweken worden van
de sterke renminbi politiek. Elke keer als het wat minder gaat met de Chinese
politiek, gaat het minder met de yuan. Na 2008 betekende dit dat de yuan
stabiel bleef tegen de dollar in plaats dat deze omhoog ging, maar nu betekent
dit verzwakking.
Ondanks devaluaties van de yen en de yuan
dalen de Chinese en Japanse producentenprijzen. Hun exportprijzen dalen dan nog
harder.
Geen wonder dat de markten de devaluatie
van de yuan als niet eenmalig zag en als deflatoir en daarmee de rente op lange
staatsleningen naar beneden zond. De horde die de FED moet nemen om de rente te
verhogen in september is hoger geworden. Zo vindt in ieder geval de markt.
Een en ander betekent ook dat de
voorspellingen wanneer de Chinese economie in dollars groter wordt dan die van
de VS naar de toekomst moet worden verschoven. Niet 2020-2017 maar na 2050.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten