Wall Street
hield de schommelingen zeer beperkt en ondanks dalingen van de olieaandelen op
vooral vrijdag (men rekent nu vast op uitbreiding van de olieproductie van o.a.
Saoedi-Arabië en Rusland op de komende OPEC-vergadering van 22 juni) was er een
minieme stijging voor de S&P in de afgelopen week, vooral door de aandelen
die profiteren van rentedaling. Want de lange rente daalde weer, de curve werd
weer wat vlakker. Qua marktwaarde is Netflix nu het grootste mediabedrijf op
aarde, meer waard dan Disney.
In Europa
hadden de koersen last van angsten voor de nieuwe Italiaanse populistische
regering die Europese regels vooral voor het gat op de begroting aan zijn laars
lapt. Straks weer met 58 jaar met een pensioen van de nodige waardeloze
miljoenen lires. Ook in Spanje rommelt het. De cijfers voor economische groei
in Europa voor het eerste kwartaal vielen iets tegen, bijvoorbeeld 0,3% voor
Duitsland (door netto exportbijdrage negatief, de binnenlandse vraag was wel
sterk). De zeer belangrijke conjunctuurindicator IFO was goed, iets beter dan
verwacht en dat was een verademing na al dat economische nieuws dat slechter
dan verwacht was in Europa.
De dollar
bleef sterk, het economisch nieuws vanuit Amerika komt sterker binnen dan dat
van Europa.
De klucht
tussen Trump en Kim Jung Un is nog niet afgelopen na de afzegging voor de top
door Trump.
De
onderhandelingen over een nieuw NAFTA-akkoord vorderen moeizaam, maar voor 1
juni wordt een tussenresultaat verwacht. De handelsonderhandelingen met China verlopen
op een nog langzamer pitje, maar de verzachting van de maatregelen tegen
communicatiebedrijf ZTE doen hopen dat het allemaal niet al te rampzalig zal
aflopen.
De notulen van
de FED werden als ‘dovish’ beoordeeld omdat men duidelijker aangaf dat men de
rente langzaam en niet meer ver zou gaan verhogen en dat ook wat duidelijker
zou gaan communiceren. Daarop kon de lange rente dalen, maar als het economisch
nieuws in de VS blijft meevallen (=groei boven 2,5% op jaarbasis) dan kan de
FED niet zo aardig blijven.
In de VS
liepen de initial claims voor werkloosheid flink op, maar ze bleven laag. Orders
voor duurzame goederen daalden wat en de huizenverkoop viel eveneens wat tegen.
De flash PMI’s
waren beter voor de VS (in lijn met de regionale PMI’s), maar in de rest van de
wereld was er beperkte verslechtering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten