Na wat kleine aarzelingen stegen de meeste beurzen gewoon door. De zeer lage inflatiecijfers, nu ook in de VS, staan borg voor een excessief ruim monetair beleid.
In de Senaatscommissie kreeg Yellen 14 voor en 8 tegenstemmen en daarmee is haar benoeming bijna rond, al willen de republikeinen iets terugdoen tegen de democraten die ineens filibusteren verboden voor de benoeming van bepaalde personen (zoals Yellen, maar het geldt niet voor opperrechters).
De notulen van de FED zorgde voor verwarring, o.a. omdat de FED ook niet goed weet hoe men de vermindering van QE moet gaan communiceren en wanneer en waarom.
De IFO viel mee (en de ZEW ook) en daardoor blijft men optimistisch over het herstel in de eurozone, al zijn er wel wat wolkjes over Frankrijk (daling voorlopige PMI). In Nederland daalde de werkloosheid (een lagging indicator, dus vreemd).
In de VS daalden de voorlopers van de ISM zoals de Phillyfed behoorlijk. Initial claims voor werkloosheid daalden fors en detailhandelsverkopen stegen, zodat de daling van de ISM maar beperkt zou moeten worden volgende week.
De NABMI index voor het sentiment van huizenbouwers stabiliseerde op 54 en hypotheekaanvragen stegen. Verkopen van bestaande huizen daalden iets. De employment cost index steeg maar 0,4% (was in tweede kwartaal 0,5%, ook weinig).
In Japan steeg de export flink, maar de import nog meer waardoor het tekort op de handelsbalans groeide (maar de lopende rekening is door het oppotten in vorige decennia nog steeds positief). Orders voor machines stegen net als de maand ervoor 8,4% op jaarbasis en supermarktverkopen 0,5%.
In China daalde de voorlopige HSMC PMI, maar bleef met 50,4 wel boven 50. Buitenlandse investeringen groeiden opnieuw maar weinig in China.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten