The Economist had een kort artikel over The Great Divergence
( What was the great divergence, inclusief literatuurverwijzingen) die er sinds 1800 optrad: het Westen werd rijk en de rest van de wereld bleef achter. Japan haakte pas na 1950 aan en China zit nog steeds op achterstand en India is in het plaatje nog maar net te zien.
In ons boek hebben we hier kort over geschreven, in de oude uitgebreide versie zijn we hier dieper op ingegaan. In een volgend boek zou dit onderwerp ruimer aan bod moeten komen.
Na 1500 werd eerst Nederland betrekkelijk rijk en niet zichtbaar Spanje en de kustprovincies van China.
Pas na 1800 werd door de Industriële Revolutie Engeland en de VS en grote delen van Europa rijk. De rest van de wereld werd nauwelijks rijker, al waren er tijdelijke successen zoals Argentinië of langdurige zoals Australië.
Nogal wat mensen hebben zich het hoofd erover gebroken waarom het Westen ineens zo'n voorsprong kreeg, die pas na de Aziëcrisis van 1998 kleiner aan het worden is.
Het Westen had plotseling ineens een hele reeks aan voordelen en de rest van de wereld had daar slechts enkele van.
Sinds Columbus had Europa een blik gericht op de rest van de wereld, stond open voor innovaties. Dat had China en Arabië niet (meer). Europa had de goede huisdieren (Jared Diamond) en daardoor was het bestand tegen vele ziektes. Europa roofde overal grondstoffen en had zelf in die tijd behoorlijk wat steenkool en ijzererts. Pas de laatste jaren weet China beslag te leggen op grondstoffen. De VS hadden altijd al veel grondstoffen, maar moet uiteraard af en toe wat oorlog voeren over wat extra olie.
De Europese cultuur hielp, vooral het protestantisme, maar dat was niet een beslissend voordeel, ook bij andere godsdiensten is hoge groei en welvaart mogelijk gebleken.
Europa had een voldoende grote interne markt, wat Amerika toen niet had (Nederland ook niet).
Een kapitalistisch democratisch stelsel met schuivende machten is volgens ons de doorslaggevende reden geweest waarom de Industriële Revolutie in Groot-Brittannië opkwam en niet in China, India, Japan, of Frankrijk.
Het gebrek aan schuivende machten is een factor waardoor de vooruitgang in China gehinderd zal worden in de komende decennia oder een centraal geleide economie (tenzij ze squeeky clean zijn net als Singapore). China is weer voldoende op de rest van de wereld gericht, heeft een goede werkethiek en spaart genoeg en creëerde voldoende mogelijkheden tot veranderingen waardoor wel een periode van hoge groei mogelijk werd en wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten