Na moesson ben ik 1493 gaan lezen (van C. Mann). Dat boek beschrijft de enorme invloed van het ontdekken van Amerika op het milieu, flora en fauna (=the Columbian Exchange). De hele wereld (ex Australie) kreeg te maken met enorme zij-effecten. De bevolking in China en Europa kon enorm groeien door de komst van aardappelen en mais. Meer welvaart zat er tot 1800 nauwelijks in daardoor (zoals Malthus zei).
Amerika profiteerde van de komst van koeien, paarden, varkens en vooral ook de worm.
De oude tijden waren echt bijzonder slecht. Kolonisten overleefden nauwelijks. De stichting van Amerika via Jamestown etc was een voortdurende strijd tegen uitroeiing door hongersnood, malaria en andere ziektes (hier in Australie ben ik de laatste weken stevig gebeten door muggen, kennelijk heb ik het lot weer uitgedaagd). In de beginjaren overleefden meer dan de helft van de nieuwe kolonisten nog niet eens een jaar. De zwarte mensen uit Afrika waren veel beter bestand tegen malaria etc en dat kwam ze duur te staan: slavernij, ondanks hun superieure genen ten opzichte van de blanke europeaan.
Je moest als Europeaan echt ten noorden van Washington wonen, anders had je te veel kans om te bezwijken aan malaria etc (geen wonder dat zo veel mensen in het noorden wonen, hier was het te koud voor malaria)
De Spanjaarden ontregelden met al hun zilver via slavenarbeid uit Latijns Amerika China (zilver was het enig betrouwbare betaalmiddel dat niet steeds ongeldig werd bij een nieuwe keizer en China produceerde geen zilver meer).
Via import van mais en aardappelen (ander deel van Columbian exchange) kreeg China te maken met een ecologische ramp. De bevolking was enorm gegroeid (door de extra voeding die je kreeg uit aardappelen en mais) en de grond was door overmatig kappen van bossen ernstig verarmd door erosie.
Bovendien raakten de Chinezen verslaafd aan de uit Amerika geimporteerde tabak en dat maakte rijst erg duur, omdat er zo veel tabak verbouwd moest worden.
De kolonisten in Azie haden het al even moeilijk als die in Jamestown. Op de Filippijnen overleefden de Spanjaarden meestal niet lang, maar omdat de handel met China zo lucratief was, kwamen er steeds nieuwe Spanjaarden naar de Filippijnen. Ook de eerste engelsen die in Australie belandden sneuvelden bij bosjes door vooral hongersnood (nauwelijks voor te stellen nu in een land zo vol voedsel).
Mensen klagen over de huidig slechte tijden, maar vergeleken met de mensen rond 1500-1800 hebben we het nu ongelooflijk veel beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten