Nog geen maand geleden zaten we in een
soort Goldilocks plus scenario, met sterk stijgende winstverwachtingen, geringe
inflatiezorgen en dat bij groei boven trend en zonder zorgen van betekenis over
het monetaire beleid. Een situatie die tot na 2020 zou horen voort te duren
vanwege de belastingverlagingen in de VS met extra investeringen in
infrastructuur voor 2020 en een economisch herstel in Europa dat nog pril is en
nog jaren herstel voor de boeg heeft.
Begin februari schrok men zich lam van
de explosie van volatiliteit die risk parity beleggers en andere beleggers die
dachten risicoloos binnen te lopen door te speculeren op lagere volatiliteit
noopten tot het reduceren van hun risico via $200 miljard verkopen, zo schat
men.
Vorige week zette een V-vormig herstel
in zegt men, al zag men de laatste jaren vaak een W. En weer roept men dat er
niets aan de hand is en dat aandelen tomeloos omhoog moeten op de
winstschattingen die ondertussen wel wat overoptimistisch geworden zijn.
Er zaten enige flinke tegenvallers bij
het economische nieuws, al gaat het nog steeds zeer goed met midden- en
kleinbedrijf, de huizenbouw en investeringen. De inflatierapporten waren bar en
boos slecht, met 0,35% stijging kerninflatie en 0,5% stijging gewone inflatie.
Op jaarbasis gaan we richting wat we het afgelopen kwartaal zagen: meer dan 3%
inflatie, hogere loonstijgingen, hoger dan de 2% inflatie waar iedereen van
uitgaat en zelfs hoger dan de 2,5% inflatie die de FED oogluikend schijnt toe
te laten. Industriële productie en detailhandelsverkopen vielen zwaar tegen,
vooral inclusief neerwaartse herziening van de maand ervoor.
Een mislukte aanloop naar 3%+ groei in
de VS, al was het koude weer enigszins een boosdoener voor de slechtere
cijfers.
Het basisscenario is nu van een
stijgende inflatie met een FED die verhoogt zoals ze zeggen, data dependent.
Die stijgende inflatie bij een werkloosheid die zo laag is dat daar geen groei
van de werkgelegenheid van betekenis uit kan komen moet gaan zorgen voor
afzwakking van de reële inkomensgroei nadat de lagere belastingtarieven in de
portemonnee zichtbaar zijn. De cyclus lijkt normaal te worden en niet oneindig
lang te gaan duren. Credit spreads lijken (veel) te laag geworden.
Overheidstekorten zijn zo hoog geworden in de VS dat dit zeer problematisch
wordt bij een recessie. Uitkeringen, subsidies voor gezondheidszorg moeten nu
gekort gaan worden. Slechtere tijden voor de deplorables lonken, want de VS
heeft een politiek om de rijkste 1% meer te beschermen.
De kans op politieke ongelukken lijkt
toe te nemen. Tot op heden bleef helemaal niets markttechnisch van de acties
van Trump plakken in negatieve zin. Dat gebeurt wel als Trump protectionistische
maatregelen neemt. Dat lijkt eindelijk
te gebeuren nu hij afgelopen week het advies van zijn commissies heeft gekregen
iets te doen aan de uitbundige import van staal en aluminium.
Mueller gaat onverdroten voort aan te
tonen hoe de Russen de verkiezingen hebben beïnvloed. Wellicht ooit inclusief volgens
Zembla niet het daglicht verdragende transacties van Trump met minder frisse
Russen. Nog steeds veroorzaakt een en ander nauwelijks een rimpeltje in de beursvijver, al stopte het de stijging afgelopen vrijdag volgens boze tongen.
Het beurssein staat daarmee niet echt
op veilig op korte termijn. Op lange termijn gaat de beurs omhoog, maar het is
overoptimistisch om dat elke dag, week en maand te verwachten. We moeten eerst
aan het inflatievuiltje met bijbehorend wat minder mooi scenario wennen
(=verwachtingen iets verlagen) en er moeten geen rare schokken optreden
(=verwachtingen veel verlagen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten