De Amerikaanse arbeidsmarktrapporten
over de werkgelegenheidsgroei, werkloosheid en loongroei van afgelopen vrijdag
waren Goldilocks. Hoge groei van de werkgelegenheid, maar geen daling van de
werkloosheid en afzwakking van de loongroei (niet goed voor de werknemer, maar
wel goed voor de winstmarge en het laag houden van inflatie).
Na vier maanden geen daling van de
werkloosheid en veel hogere groei van de werkgelegenheid (200.000+) dan de
geschatte normale groei van de beroepsbevolking (80-110.000) zou de
werkloosheid toch horen te dalen, maar dat gebeurde dus niet. De
participatiegraad van vrouwen en ouderen (omdat ze nu wel willen/ moeten
werken) is aan het stijgen en daarmee is meer groei van de werkgelegenheid
nodig dan 110.000 om de werkloosheid constant te houden.
De loongroei blijft daardoor lager dan
de leading indicators voor loongroei aangeven. Waardoor dit komt is niet zo
duidelijk. Een leidende theorie is dat de groei van de productiviteit te laag
is en blijft omdat er te weinig geïnvesteerd werd met name vanwege de lagere
verwachte demografische groei van de arbeidsmarkt. Het eindelijk fors
aantrekken wereldwijd van de investeringen stemt nu eindelijk hoopvol.
Ik geef vooral de schuld aan de groei
van de flexwerkers die bijzonder zwak staan voor loonsopslag. Daarnaast zorgt het al dan niet geforceerd
doorwerken van ouderen en meer vrouwen aan het werk ook voor minder krapte op
de arbeidsmarkt. In Amerika krijgen andere factoren zoals de verdwijnende macht
van de vakbonden en concentratie in de industrie een belangrijke rol
toebedeeld. Als de werkloosheid maar laag genoeg is, zullen de werkgevers
uiteindelijk toch hun werknemers moeten paaien met meer loongroei, maar dat
proces gaat (nu nog) maar langzaam.
Goldilocks raakte maar heel even van slag door de protectionistische maatregelen van Trump om hogere importheffingen op staal en aluminium te heffen. Voor economisch opperadviseur Cohn was dit de druppel die de reusachtige emmer deed overlopen en hij nam ontslag, een kleine beursdaling voor enkele uren veroorzakend. Daarna kwam men tot de conclusie dat beperkt protectionisme helemaal niet slecht is voor de Amerikaanse beurs..
De beurs heeft geleerd niet te reageren op fratsen van Trump. Een ontmoeting met Kim Jong Un? Wat een goed en gedurfd idee. Onderzoek Mueller? Ach, wat minder invloed van de democratisch denkende kinderen van Trump is goed voor de beurs.
Hogere rente? Helemaal niet erg zegt Brian Belski (BMO Amerika) https://www.usatoday.com/story/money/markets/2018/03/07/market-trends-bull-run-could-last-20-years-optimists-say/401610002/
We zitten sinds 2009 in een bull markt die wel 25 jaar kan duren (af en toe onderbroken door een recessie, maar de trend is omhoog). Trump zorgt ervoor dat winsten harder stijgen dan het BNP, de rente blijft laag en inflatie ook. Piketty kan nog meer boeken gaan schrijven over toenemende inkomensongelijkheid, want die trend is niet meer weg te krijgen.
Ik denk dat we dicht bij het omslagpunt zitten dat arbeid weer een groter deel van de koek gaat krijgen. In ons boek meldden we 2018, misschien 2020 als het omslagpunt. Dan krijgen beurzen het moeilijker omdat de inflatie en daarmee rente hoger wordt, de waarderingen vergeleken met de rente dan te hoog zijn en de winstgroei zal dan niet meer harder gaan dan de groei van het BNP.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten