Na een hele poos met negatieve economische verrassingen in de VS viel een en ander vorige week mee. ISM manufacturing daalde nauwelijks en de dienstensector ISM was sterk. ISM Prices paid namen een duik, vooral door de gedaalde grondstoffenprijzen, maar ook door minder aanbodproblemen. De groei van de werkgelegenheid was ver boven de meest wild optimistische verwachting. Uitzendkrachten nog steeds gevraagd. Ja, de groei zat vooral in deeltijdbanen, maar toch. De werkgelegenheid in de private sector is weer terug op het niveau voor corona. Dat betekent dat door de groeiende bevolking nu de participatiegraad lager is. Dat komt door de veel te royale uitkeringen roepen de republikeinen, maar daar zit vooral de demografie achter van meer ouderen en long covid (in Nederland hadden mensen die covid gehad hadden 12% meer gezondheidsklachten dan niet covid mensen). Long covid verklaart ook de behoefte aan meer deeltijdbanen in de VS, zo vermoed ik.
De leading indicators wijzen op ernstige verzwakking van de arbeidsmarkt (zoals initial claims werkloosheid, aangekondigde ontslaggolven, maar uitzendkrachten dan weer OK). De FED is daardoor voorlopig niet erg genegen om de rente minder te verhogen. QT, Quantitative Tightening, in de vorm van af laten lossen ingekochte leningen, moet in september echt gaan beginnen. Renteverhogingen kennelijk weer tot iets boven 3% en misschien langer. De Nasdaq is daar niet blij mee, ook al vielen de kwartaalcijfers van de bedrijven mee bij de somber geworden verwachtingen over vooral guidance. Winstverwachtingen zijn aan het dalen, maar nog slechts heel langzaam. Nog niet onrustbarend, net zoals de credit spreads nog gunstig zijn voor bedrijfsleven en ook de swap spreads wijzen op nog steeds overmatige liquiditeit.
De beurzen geven aan echt te vertrouwen dat de inflatie gaat dalen. Zelfs de geldgroei is flink afgenomen en hoeft niet verder te worden afgeremd. Ze lopen daarop zoals altijd vooruit (de beurstrein is vertrokken als je wacht tot zekerheid dat inflatie flink daalt)
De Amerikaanse economie lijkt te zitten in iets dat op recession light lijkt. Men gaat de afgelopen periode hoogstwaarschijnlijk niet als recessie classificeren. Daarvoor was de groei in de industrie te hoog, de arbeidsmarkt te sterk, de dienstensector te sterk en de inkomensgroei te hoog. Nationaal inkomen groeit nu meer dan nationaal product en dat hoort niet (=opwaartse revisies goed mogelijk van nationaal product).
De chartisten, de lijntjestrekkers, de techneuten beginnen in twee kampen uiteen te vallen. Bij een S&P500 boven 4250 weten ze het zeker, de bull markt is begonnen, zo denkt het ene kamp. Het andere kamp overstelpt de angstige beursvorsers met grafieken waarin de treffende gelijkenis met 2008 en 1937 wordt getoond. Als die 4250-4300 niet wordt doorbroken, krijgen zij meer aandacht. I told you so en we zitten zo weer op 3500-3800 S&P500 (en AEX 630-650). Of erger als de FED de geest krijgt met QT.
In 2008 was er meer aan de hand dan nu, al wordt dat anders als China Taiwan aanvalt en Rusland doorgaat met Europa van gas te onthouden en het Midden - Oosten van graan.
Ik neem aan dat inflatie in de VS nu echt gaat dalen, men in China meer gaat stimuleren. Dan hoeft het neit zo erg te worden als 2008 (geen financiële crisis, olieprijs geen $147). Het beeld op de cyclus is verstoord, omdat we een biologische recessie hadden in 2020 die met overmatige stimulering omsloeg in hoge groei en een bubbel in alles. De economie is nog steeds aan het herstellen van de aanbodschokken en dat zorgt voor een veel sterkere arbeidsmarkt dan in een normale recessie. De winstgevendheid is ook extreem hoog en dat zorgt voor een beter stootkussen voor het bedrijfsleven dan normaal tegen recessies. Het is echter wel moeilijker voor de overheid om te stimuleren, al kan dat wel via investeringen tegen de klimaatcrisis en minder afhankelijk van Führer Poetin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten