Het afgelopen weekend heb ik me weer bezondigd aan het kopen van postzegels op de veiling van Corinphila. De nieuwe tijd is ook daar aangebroken, die postzegels zo veel minder nodig maakt.
Er was gepland om via het internet te bieden, maar dat werd een ramp. Voortdurend was de site overbezet en lag de boel een half uur stil. Totdat men weer gewoon ouderwets ging veilen. Er was zo veel oponthoud dat de oude veilingmeester Garritsen niet zijn mopje mocht vertellen van de zaal, men had daarvoor te veel haast.
Een van de dingen die ik kocht was een schriftje met oude meuk. Oude, soms heel goede postzegels voor in totaal € 270. Het was een beetje een gok, want de veiling waarschuwde voor valse zegels die meestal ook wel als vals werden aangegeven.
Wat foto's van enkele blaadjes.
Op bovenstaande foto in het glimmende hoesje zit de eerste pondzegel van de Bahamas (verzamelaars van het Gemenebest geilen erg van pondzegels) en daaronder een geeloranje goede zegel van Zuid Australië. Voor 1902 was Australië nog niet één federatie, maar gaven alle deelstaten postzegels uit. Daar zitten de nodige moeilijke zegels bij. Tasmanië heette toen nog Van Diemensland.
Op de tweede regel zit nummer 1 van Canada, een moeilijke zegel. In de beginjaren van de postzegel had Canada nog het pond met pennies, maar na enige jaren ging men over naar het decimale stelsel met dollars (loonies) en centen. Op de groene zegel van de tweede rij staat de waarde in de oude pennies en de nieuwe dollarcenten, zo'n beetje als wat gebeurde in de overgangstijd naar de euro in Europa.
De eerste twee rijen zijn de eerste zegels van de VS. Dat waren geen landelijke zegels, maar plaatselijke.
De derde regel zijn dubieuwe zegels van het Suezkanaal. Deze zijn bijna altijd vals, maar deze hebben wel het juiste papier (al is het vergeeld) en het juiste stempel. Indien echt meer waard dan voor het schriftje betaald.
Daaronder het semi officiële begin van Tsjechoslowakije en dienstzegels van Engeland met hun curieuze perforatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten