Na de bedroevende cijfers van de detailhandelsverkopen en de nieuwe daling van de industriële productie is het duidelijk: de Amerikaanse economie balanceert op het randje van de recessie.
Het is een groot
raadsel: de Amerikaanse consument koopt niet meer dan hij eigenlijk kan
besteden. Shop until you drop. Maak gebruik van je teflon coated credit card.
Onderschat de spilziekte van de Amerikaanse consument niet, dat is wat je
steeds voorgehouden werd bij het voorspellen van de Amerikaanse groei.
En nu, terwijl de
olieprijzen gedaald zijn, de lonen gestegen zijn, de werkgelegenheid is
gegroeid en het consumentenvertrouwen stijgt, vallen de detailhandelsverkopen
maand na maand flink tegen. Lagere benzineprijzen, daar profiteren de lagere
inkomens relatief veel van en die kunnen helemaal niet sparen was de veronderstelling.
Ik denk dat de
val van de olieprijzen een schok heeft veroorzaakt waardoor men ineens al die
verhalen over secular stagnation veel meer ging geloven: de Amerikaanse
consument ziet de rente ineens als permanent laag en ziet dat zijn beleggingen
straks geen inkomen (lage rente, laag dividendrendement) gaan geven na het
pensioen. Men gelooft niet meer dat de FED naar een normaal neutraal niveau
gaat verhogen van 3,75% in 2018. Zijn beleggingen zijn niet toereikend om met
een financieel onbekommerd pensioen te
gaan. Hij moet meer gaan sparen. Hij doet dit ook en kan het, want de
participatiegraad van de grote spaarders (45+) is toe aan het nemen. Al dat doorwerken tot op hogere leeftijd
zorgt voor meer sparen, grotendeels gedwongen.
De lagere
benzineprijs en langer doorwerken maken het mogelijk om pijnloos (zonder
consumptieoffer) meer te sparen. Dat doet men dan maar, zo geschrokken dat een
pensioen zo buiten bereik aan het raken is.
In de eurozone
heb je die schok ook gehad: de lagere olieprijs zorgde voor een deflatoire
schok die de ECB op een permanent lage rente zou houden, wie weet wel dertig
jaar onder 0. De eerste renteverhoging van de ECB werd in sneltreinvaart naar
de toekomst uitgeprijsd: niet na een à twee jaar maar naar minstens vijf jaar of
tien jaar.
Na 20 april is
men een beetje terug aan het komen van die paniek. De olieprijs stijgt weer, de
FED spreekt over renteverhogingen, ook al zullen deze langzamer gaan dan
vroeger. In de eurozone valt voor de verandering de groei mee. Geen enorme
groei, maar beter dan we in jaren gezien hebben. 0,3% groei in Italië over het
eerste kwartaal. Dat is meer dan 1% op jaarbasis. WOW!
In de VS zit men
onverwachts op het randje van een recessie: negatieve groei in het eerste
kwartaal en groei die heel dicht bij 0 ligt in het tweede kwartaal. Voor een
recessie kijkt men in de VS naar vier economische indicatoren: de groei van de
industriële productie (dicht bij 0), de detailhandelsverkopen (dicht bij 0), de
reële inkomensontwikkeling (heel kleine plus) en groei van de werkgelegenheid
(degelijke plus). Twee van de vier indicatoren dreigen negatief te worden. Is
dat genoeg voor een recessie? Nog niet, maar als er wat meer inflatie komt, dan
kan de reële inkomensgroei en reële groei detailhandelsverkopen negatief worden
en dan zou dat wel eens genoeg kunnen zijn om een recessie te zien. Men werkt
langer door om meer te kunnen sparen, maar beslist niet om minder te gaan
uitgeven. Verdere verlaging van de rente door de FED/ meer QE maakt in de
huidige omstandigheden een verdere stijging van de besparingen noodzakelijk.
Amerika is toe
aan een stimulerend beleid van meer infrastructuurinvesteringen en een hogere
korte rente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten