Hierboven staan de indexen van de driemaands voortschrijdende macro economische verrassingen zoals Citigroup dat in zijn CESI indices stopt.
Opvallend is dat in China alles het meeste tegenvalt.
Belangrijk is dat je van tijd tot tijd ziet dat er wel erg veel mee- of tegenvalt. Op het ogenblik zitten we in Amerika tegen de grens van overpessimisme aan en daarna kun je behoorlijk kansrijk gaan voorspellen dat er een keer komt. Op het ogenblik volgt de Amerikaanse surprise index een keurige minicyclus die hopelijk nu dicht bij zijn diepste punt zit (en dat kan als de politici in Europa met aansprekende plannen komen/ centrale banken met geld gaan smijten (dan gaan vertrouwensindexen omhoog, plaatst men weer meer orders etc.), als de olieprijs zo laag blijft (helpt de consumptie heel goed dadelijk, dit is ondergesneeuwd goed nieuws)).
De koerswinstverhoudingen (PE) lopen vrij goed cyclisch in de (minicyclus)pas met de economische verrassingen (in het plaatje stat de koerswinstverhouding gedeeld door de tweejaars voortschrijdend gemiddelde koerswinstverhouding). D.w.z. als de Citigroup Surprise index weer gaat stijgen, dan kun je heel goede hoop hebben dat de koerswinstverhoudingen stijgen en daarmee de beurzen.
Ook de rente beweegt minicyclisch mee met de macro verrassingen. Het verband is de laatste tijd minder goed, omdat er plotseling een sterk groeiend geloof in de markt is gekomen dat we in een soort Japanscenario of erger zitten dankzij Europese doem.
Dit soort doemscenario's krijgen wel minder aanhangers als de Amerikaanse minicyclus weer de goede kant opgaat, maar voor grote rentestijging is meer nodig: een overtuigende oplossing van de Eurocrisis of een overtuigend uitzicht op hogere inflatie. Allebei komen eraan, maar men moet wel het nodige geduld betrachten voor het zo ver is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten