Fischer had een verhaal http://www.federalreserve.gov/newsevents/speech/fischer20150227a.pdf
Dudley trad op als discussiant van het grote verhaal van Hamilton, Harris, Hatzius en West (d.w.z. zeer gerenommeerde professoren en de beste economen van de brokers).
Hij was het in grote lijnen eens met het verhaal: The Equilibrium Real Funds Rate: Past, Present and Future
In my view, the paper reaches five major conclusions—conclusions that I
find myself broadly in agreement with:
·
There are many factors that influence
the level of the equilibrium real short-term interest rate. Real
potential GDP growth may be one factor, but the real equilibrium rate is also
affected by financial conditions, uncertainty and risk aversion, financial
market performance (e.g., bubbles and busts) and the degree of restraint
exerted by the stringency of banking and financial market regulation.
·
There is little evidence supporting
the so-called “secular stagnation” view that the
equilibrium real short-term rate will persistently remain near or below zero.
·
The equilibrium real short-term rate
is non-stationary. Thus, it will not necessarily revert back to some
long-run average value.
·
U.S. and global markets are
integrated to a significant degree. As a result, the equilibrium real
short-term rates both here and abroad will tend to move together. This
seems especially germane in the current environment in which very low long-term
government bond yields in Europe and Japan appear to have been an important
factor in pulling U.S. long-term yields lower over the past year or so.
·
Given the uncertainties about the
current and future levels of the equilibrium real short-term rate, an
inertial policy rule may lead to better outcomes. As a
consequence, the process of normalization of monetary policy should proceed cautiously,
with short-term interest rates more likely to rise only gradually toward the
equilibrium real short-term rate.
De reële rente kun je beter analyseren aan de hand van de twee belangrijke factoren: groei van de arbeidsmarkt en groei van de productiviteit. Daar beide omlaag zijn kan de reële rente nu lager zijn, maar niet zo veel als de aanhangers van secular stagnation denken.
Overigens, dat traag verhogen, inertial, maakt niet zo veel uit voor de rente na 2018 en zou dus helemaal niet moeten lieden tot de zo heel erg lage lange rentes. De lange rentes zijn niet laag omdat de FED de rente traag gaat verhogen, maar omdat obligatiebeleggers helemaal geen risicopremie meer vragen voor obligaties met een lange duratie. Die domoren toch. Als het verhaal van secular stagnation niet klopt zijn ze straks enorm de klos.
Black:
path for fed funds rate implied by median forecast of FOMC
members; blue: path for fed funds rate that
would be optimal if Fed officials may have overestimated or underestimated r*
by 150 basis points. Source: Hamilton, Harris,
Hatzius, and West (2015).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten