10 maart 2019

zoals mijn moeder al zei: het is niet wijd, maar lastig op zijn tijd


De beurzen wilden voor het eerst dit jaar niet verder omhoog. Men werd een beetje minder blij met de nakende handelsdeal. Deze is niet zo nakend en Xi wil pas een afspraakje maken met Trump als alles rond is en dat is het kennelijk nog lang niet. Geen ultimatum zoals die arme Kim overkwam, want in Azië is men niet zo van nee-zeggen.

De macrocijfers waren slecht, met als lichtpuntje de dienstensector in diverse landen waaronder de VS (ISM non manufacturing mooi omhoog).
De markten kregen een kleine hartverzakking van de slechte Chinese handelscijfers, maar deze lijken enigszins vertekend door het Chinese nieuwjaar. Het Amerikaanse handelstekort verslechterde meer dan verwacht over december en dat bij snel stijgende olieproductie.
Het eerste kwartaal belooft mondiaal zeer zwak te worden. Amerika sluit zich deze keer aan bij het zwakke Europa en het kwakkelende Azië.

De waarschuwingen voor een recessie zijn de laatste weken steeds luider geworden. Eerst was er alleen maar de vlakke rentecurve, voor sommige stukken zelfs invers in de VS, maar nu zijn er enige signalen bijgekomen. Initial claims voor werkloosheid hebben hun dal bereikt, de winstmarges hun top en met autoverkopen gaat et niet goed. Het sentiment van midden- en kleinbedrijf in de VS, NFIB, heeft ook zijn top gezet. Het beste nieuws is nu geweest voor de arbeidsmarkt, de winsten en het vertrouwen. Dat bevestigt dat we laat in de cyclus zitten.

China leidt de wereld en dan vooral de PMI’s en de geldgroei M1 en dat wijst op nog meer zwakte in het tweede kwartaal. Delen van de eurozone dreigen in recessie te komen, waaronder Duitsland, Frankrijk en Italië (dat laatste land zit al in recessie).

De groei in de VS zwakt af, kan zich niet langer aan de malaise in de wereld onttrekken nu de fiscale impulsen minder worden. Dat hoeft nog geen recessie te betekenen, maar het is wel slecht voor winstgroei. Hogere loonstijging en lagere productiviteitsstijging maakt lagere winstmarges. De sterke dollar helpt de resultaten in de VS ook niet.

Alle hoop is gevestigd op fiscale verruiming van Trump voor het verkiezingsjaar, maar de kans hierop smelt weg. Democraten weten niet goed wat ze willen en wat ze willen is veel te duur. Men is te veel bezig met het aanvallen van Trump en promoten van voorlopig onhaalbare voorstellen over klimaat en gezondheidszorg met name. Er is nog geen begin gemaakt met concrete plannen voor investeringen in de infrastructuur. Dat betekent dat deze te laat gaan komen voor de verkiezingen. Alleen private infrastructuurinvesteringen gaan goed, o.a. nodig om de enorme olievloed te transporteren. Het begrotingstekort is zo groot geworden dat er geen geld is voor nieuwe wensen zo lang de economie niet in recessie is. Het zal nog een hele klus voor Trump worden om de defensie-uitgaven op peil te houden want de automatische piloot (sequester) zet hier vanaf half 2019 het mes in. Trump moet zich verdedigen tegen impeachment en loopt achterstand op bij plannen maken voor economische stimulering, voor het opzetten van bijvoorbeeld een infrastructuurbank. Democraten weten dat ze een slechte economie nodig hebben anders gaat hun waarschijnlijk zeer linkse kandidaat de verkiezingen niet winnen van Trump. Geen reden voor democraten om mee te werken aan stimulering van de economie volgens republikeins recept. De republikeinen willen absoluut niet werken volgens democratisch recept en voilà, daar is de stagnatie.

Dat klinkt allemaal niet zo heel erg bevorderlijk voor hogere koerswinstverhoudingen op korte termijn, ook al doen Powell en adjudant Williams nog zo lief. De markt is een soort rupsje nooit genoeg en wil nu al QE, lagere rente, concrete plannen voor stimulering door de overheid en meer zekerheid over de handelsoorlog, niet dat getreuzel met China en dreiging voor Europese autofabrikanten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten