Ik hoor al enige tijd in het berenkamp
vanwege vooral de stijgende kans op een recessie in de VS.
Er begint weer de
gebruikelijke strijd uit te breken dat de rentecurve veel te negatieve signalen
voor de economie uitzendt en dat na inversie van de rentecurve de
aandelenkoersen ruim 10-20% omhoog horen te gaan voordat de top van de cyclus
bereikt wordt. Ik lees vaker waarschuwingen dat men ook deze keer weer de
rentecurve niet gelooft, maar meer dan andere keren dat na inversie de koersen
nog flink stijgen. Als er geen recessie komt, dan kunnen de koersen meer dan
10% omhoog. De rentecurve is geen onfeilbare voorspeller van recessies.
Wat deze keer anders is, is dat de
termijnpremie (voor het nemen van duratierisico) van obligaties zeer negatief
is geworden in de VS en de recente studie dat daling van de ingeprijsde korte
rente over de komende circa zes kwartalen een betere indicator is https://doi.org/10.1080/0015198X.2019.1625617 . (Engstrom en Sharpe in
Financial Analysts Journal juli 2019). Die staat nu overduidelijk op onweer. Een
en ander betekent dat mijn vertrouwen in de rentecurve als voorspeller van een
recessie in de VS niet gebroken is.
De economische indicatoren geven een
lagere maar wel stijgende kans op recessie aan dan de rentecurve. Dat is
zichtbaar in de rente. Die staat lager dan je zou verwachten op basis van de
economische indicatoren. Maar we weten dat twee zaken niet in die economische
indicatoren zitten: de handelsoorlog en de hoge onzekerheid bij met name CFO’s
(volgens het Duke Survey verwacht 60% een recessie in de VS binnen een jaar en
het Survey van Goldman Sachs geeft 41% gelovers aan in een recessie in 2020 en 82%
op een recessie in 2021). Dus als ik zou vragen aan economen: Moet de rente
hoger of lager staan dan jouw economische indicatoren zeggen? Dan zal een
Albanese meerderheid gaan voor lager.
Hoe veel lager? Dat is door al die
onzekerheid onzeker. Er ontstaat trending en uiteindelijk een overdreven
daling. Daar is woensdag/ donderdag een flinke reactie op gekomen. Kennelijk
vond men toen dater wel genoeg was overdreven. De S&P500 werd buiten de VS
flink hoger gezet en men legde dat uit als een rationele reactie op het goede
nieuws dat er in oktober een face-to-face- ontmoeting is gepland tussen handelsonderhandelaars
van de VS en China om een poging te wagen de onderhandelingen weer op gang te
krijgen, die misschien niet doorgaat bij verhoging van de tarieven door Trump
per 1 oktober. Beide partijen willen zo veel mogelijk uitstellen tot na de
verkiezingen in november 2020. Verder was er ook enig goed economisch nieuws
(ISM non manufacturing, nieuwe orders etc. waardoor Citigroup Economic
Surprises Index eindelijk weer positief werd) en goed ander politiek nieuws (Harde
Brexit lijkt uitgesteld, Italië zou kunnen meevallen etc.). Dit soort uitleg is
echter minder sterk dan gewoon de observatie dat de rentedaling kennelijk te
veel momentum had gekregen en op een onduidelijk zeker moment keert het dan op
technische gronden en niet veel anders.
Lange termijn
Op de beleggingskaart die boven mijn
blog prijkt is te zien dat we (Ter Veer en ik) in 2009 veronderstelden dat de reële
S&P500 zeer veel omhoog zou gaan tot januari 2018. Ongeveer dan zou een
horizontale tot dalende trend optreden. De reële S&P500 is niet zo veel
gestegen als we intekenden door afzwakking na 2015. Dat maakt het iets
kansrijker dat de reële trend voor de komende jaren ongeveer horizontaal gaat
worden met uitzondering van die mogelijk grote uitglijder (van het chaotisch
neergangscenario) naar beneden rond 2024-2026.
Deze week las ik een artikel bij Seeking
alpha https://seekingalpha.com/article/4289826-u-s-stock-market-likely-decline-within-next-12-months?li_source=LI&li_medium=liftigniter-widget
dat je voor de komende tien jaar niet veel van
aandelen moet verwachten op basis van de lievelingsindicator hiervoor van Warren Buffett dat aandelen te duur
zijn als de S&P500 te veel waard is vergeleken met het nominale BNP van de
VS.
Waarom kan dat zo zijn? Het lijkt erop
dat de winstquote in het BNP niet verder kan stijgen ten opzichte van de arbeidsinkomensquote, maar moet gaan dalen in het BNP
vanwege de hogere overheidsuitgaven die op ons afkomen voor zorg, pensioen en
klimaat. Historisch leidt dat tot minder investeringen als % van het BNP. Een
en ander wordt ondersteund door sterke populistische tendensen die o.a. ook
(naast afdwingen hogere overheidsuitgaven en met enige kans ook hogere loonstijging)
een eind maken aan extra winstgroei door globalisering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten