We zitten in het meest negatieve deel
van de jaarcyclus, het meest negatieve deel van de gemiddeld slechtste
beursmaand september. Daar tegen afgezet was het een veel betere beursweek dan
verwacht.
Dat lag natuurlijk aan de centrale
banken. Eerst was er de Bank of Japan die (naast beloftes een ruim monetair beleid te voeren totdat de inflatieverwachtingen 2% zijn) met rentedoelen voor de lange rente
kwam (onduidelijk hoe men dit gaat uitvoeren; nu dreigt men alle staatsleningen met een kortere looptijd dan tien jaar te moeten opkopen) en zo de rentecurve wat steiler zal houden. Dat doet men, omdat men in
Japan meer naar de noden van de banken en de verzekeraars kijkt. Financials
hadden daardoor een goede week, ook buiten Japan want goed voorbeeld doet
volgen. De zorgen om de kapitaalspositie van Deutsche bank nemen toe, dat moet
toch ook een zorg voor de ECB zijn.
Dan was er de FED die de rente niet
verhoogde terwijl men toch een beetje benauwd was voor een onverwachte
verhoging en vooral voor een extreem hawkishe toelichting op o.a. de
persconferentie. Er blijken drie FED-gouverneurs te zijn en niet twee die de
rente zo ongeveer nooit meer willen verhogen en drie die de smaak van verhoging
te pakken hebben. Al met al waren de beurzen blij met de behoorlijk lagere ‘dots’
van de FED. Een en ander wordt uitgelegd als een moeilijk klimaat om de rente
meer dan één keer per jaar te verhogen. Men zal zich enorme moeite moeten
getroosten voor twee verhogingen om zo’n woeste renteverhoging voor elkaar te
krijgen. In Duitsland en Japan zakte de tienjaarrente na een opleving weer
duidelijk onder het nulpunt. In de VS is volgens Gundlach de range van de 10
jaar rente verlegd van rondom 1,55% naar 1,70% als nieuw normaal.
De hele stijging van de beurs kwam
onmiddellijk na het rentebesluit van de FED (zoals zo vaak, hierop inspelen
blijft gemiddeld zo ongeveer het meest lucratieve spelletje op de beurs)
In de VS waren de vastgoedmarktcijfers tegenvallend (Architecture Billing Index, verkopen, starts) met uitzondering van het sentiment van de huizenbouwers NAHBMI. Nog geen breuk in de opgaande trend. Idem bij de 0,2% daling van de leading indicators.Flash PMI 0,6 omlaag, maar boven 50. Muddle through dus, 2% groei vierde kwartaal op zij best aangevend. Initial claims voor werkloosheid extreem laag op 252.000.
In Europa vielen de flash PMI's veelal iets mee. Idem voor Japan.
Export orders van Taiwan flink omhoog en dat is een leading indicator voor investeringen in de wereld.Het herstel van de koperprijzen eveneens. Het gaat beter in China.
Over enkele dagen begint het nieuwe
kwartaal en daarmee de regen aan bedrijfsresultaten. Normaal is dat analisten
dan pas echt capituleren voor hun winstvoorspelling voor het huidige jaar 2016
en en passant de schattingen van 2017 zuidwaarts nemen. Dat lijkt dit jaar niet
zo nodig.
De economische groei
in het derde kwartaal was meevallend en de verwachtingen voor 2017 zijn al laag
(maar net als altijd als de ISM onder 55 staat aan erosie onderhevig, nu
gelukkig iets minder dan normaal).
Technologie trekt de winstkar,
gezondheidszorg, consumer discretionary, materials, industrials zijn vooralsnog
redelijk.
Komende week kijkt men vooral naar het
debat tussen Clinton en Trump, dat meer kijkers dreigt te trekken dan de
superbowl. Clinton heeft de debatervaring, Trump de kunst de media te bespelen.
Men verwacht vuurwerk, is bang voor ineenstorting van Hillary als klagende heks
die geen antwoord heeft op emailbeschuldigingen. Kan Trump door blijven liegen
of wordt hij eindelijk eens een keer daarop aangepakt? Verbazend blijft hoe
uiteenlopend de berekeningen voor het aantal kiesmannen op 8 november zijn: van
een grote overwinning van Clinton tot een duidelijke overwinning van Trump. De
opiniepeilers zitten nog met de brexitkater en blijven daardoor onzekerder dan
normaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten