17 juli 2016

All time highs voor de S&P: waar komt al dat optimisme vandaan?

Na de onverwachte brexit zagen we sterkere beurzen en slechts een neergang van twee dagen. Van te voren had men te veel cash gemaakt en dat moest de markt in, zowel aandelen als obligaties profiteerden hiervan.
De S&P en andere indices braken naar boven uit en de chartisten werden daardoor in een halleloejastemming gebracht, maar bleven wijzen op de wall of worry en at ze daarom moeite hadden het positieve signaal te geloven.

Het gaat beter dan de te ver naar beneden bijgestelde verwachtingen. Dat is de hoofdreden waarom de aandelenbeurzen stijgen.

Ondertussen zagen we enkele zeer positieve ontwikkelingen voor aandelen:

-De monetaire cyclus blijft veel langer dan tot voor kort verwacht in de gunstige fase van early stage tightening, gaat helemaal niet in 2016 of begin 2017 richting het gevaarlijke late stage tightening in de VS. Recessiesignalen vanuit de creditmarkt verbleekten door lagere creditrentes.

-De economische cyclus zat ineens mee. Bijna twee jaar kwam het economische nieuws in de VS onafgebroken ietsje of wat meer slechter dan verwacht binnen, nu ineens valt het mee. De industriële cyclus verbetert, de arbeidsmarkt geeft bij nader inzien geen recessiesignaal op betrekkelijk korte termijn (herstel groei werkgelegenheid, daling initial claims, verbetering van Yellens Labor Market Conditions Index (die tot voor kort een recessiesignaal gaf)  

-De winsten een jaar vooruit zaten al een hele tijd in een op zijn best neutraal kanaal, nu zie je plotseling een stijging (nog niet helemaal zichtbaar in de achterlopende consensuscijfers van IBES, maar als je je huiswerk doet met eigen spreadsheets à la Gilmartin zie je duidelijke verbetering). Het winstseizoen over het tweede kwartaal valt mee en zorgt voor bijstellingen de goede kant in voor de financials, industrials en men wordt minder bang voor de dividenden van de grote oliemaatschappijen.

Hier hoort enige rentestijging bij voor de langlopende staatsleningen. Dat is normaal gesproken niet slecht voor de aandelenbeurzen als het komt door verbeterende economische vooruitzichten en niet leidt tot een snel stijgende dollar. De FED blijft kalm, want de inflatie is ook bij enige stijging nog steeds te laag.

-Aandelen zijn iets te goedkoop. Het dividendrendement is te hoog. Uit het plaatje van Elfenbein (Crossing Wall Street) is goed te zien dat de S&P eigenlijk hoger moet staan gegeven de dividenden. 
Een voorbeeld van een te goedkoop aandeel is volgens Barron’s Shell, deze week is het zelfs de voorkant:

Shell: The Best Big Oil Stock for Investors

Royal Dutch Shell’s makeover could lift the shares more than 20% in a year—even without a rise in oil prices. Plus, a juicy 6.6% yield.

Onze burgemeester Van der Laan zal het er niet mee eens zijn, beleggingen in olie worden ‘stranded assets’, maar je kunt voor het over zo’n tien jaar het geval is je zakken flink vullen met dividenden als je RDS koopt. Zij gaan nog veel in de kosten hakken, zo blijven ze een geoliede geldmachine volgens Barron’s. En als de olieprijs ook nog eens oploopt (als, als, als…) dan vliegen de gebraden kippetjes zo al van het dividendspit. Zo’n cover van Barron’s is meestal toch wel goed voor een koersstijging van 1-2% extra.



Wat zijn de zorgen



Valutakoersen de grootste zorg met stip. Stijgende rentelasten verdween ineens (dalende credit spreads en dalende rente), Brazilië werd als minder ernstig gezien, wel zit men in de maag met brexit (niet heel erg, niet in de top vijf) en iets meer met loonstijging (ook niet in de top vijf).
En inderdaad, terrorisme en zika houden de mensen bezig, maar niet de vooruitzichten van het bedrijfsleven. Dat is een normale gang van zaken.

We zagen twee weken geleden dat de grote drie van de Amerikaanse economische indicatoren sterk verbeterden, binnenkwamen boven de verwachtingen: mooi herstel ISM manufacturing, ISM non manufacturing (diensten) en spectaculair herstel van de banengroei. De afgelopen week zette dit door met herstel van de industriële productie, sterke stijging detailhandelsverkopen, groothandelsverkopen (d.w.z. ook business sales), allemaal boven verwachting. Industrie zat in het putje, heeft een echte behoorlijke daling achter de rug, met zeer negatieve gevolgen voor de winsten (vooral bij grondstoffen), maar nu is het momentum danig verbeterd en meestal zet dit door. Geen enorme groei, maar groei en wel een groei die beter is dan tot voor kort verwacht.

Ondertussen verloopt het winstseizoen voorspoedig. De winsten komen binnen boven de omlaag geprate verwachtingen, de guidance is bemoedigend. De angsten over de bankwinsten werden beslist niet bewaarheid, een zucht van verlichting over Citigroup bijvoorbeeld.

In China viel de groei ook iets mee. 0,1%, maar toch. Cyclisch herstel en via de daling van de yuan gaat er herstel van de export- en (toch ook) importgroei komen (importprijzen wel onder druk, niet goed voor grondstoffenprijzen).

Inflatie VS was iets lager dan verwacht.   Dat houdt de FED koest.


Vrba laat zien dat de recessiekansen voor de VS volgens zijn modellen voor de korte termijn weer zijn afgenomen. Dat is gunstig voor aandelen en credits.

Veilige dividendaandelen zijn duur geworden. Die lijkt de markt even te laten liggen en men zoekt nu niet te dure andere aandelen. Die zijn er genoeg, zie de cover van Barron’s, er is een flink risico van dividendverlagingen bij oliemaatschappijen, maar dan blijft er bij de grote jongens nog genoeg over en wie weet verlagen ze hun dividenden niet. En die financials zijn toch wel wat veel afgestraft dit jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten