Wat te doen met aandelen. Steeds meer
mensen beginnen achterover te leunen. Let your profits run. De meest gestelde
vraag begint te worden: komt er een melt up van de aandelenkoersen?
Die is gaande. Het is duidelijk dat
aandelen te duur zijn, maar de winsten stijgen prima, geen recessieangsten (wel
wat wolkjes voor de consument, maar niet voor investeringen, die door dat
eindeloos inkopen van eigen aandelen inhaalinvesteringen noodzakelijk maken).
Koerswinstverhoudingen zijn hoog, veel hoger dan in 1987, maar dat mag bij zo’n
lage rente. Buffett gaf er nog zijn zegen over vorige week.
De beurslievelingen van nu in
Nederland zijn veel goedkoper dan die van eind jaren 90. 30-40-50 keer de winst
voor aandelen met een puik track record zoals Aegon, Randstad, Elsevier en
aandelen met fantasie zoals KPN en (het verliesmakende) Worldonline mocht toch
wel dacht men.
Er wordt net als toen steeds meer de
spot gedreven met de beren. Het wordt steeds moeilijker om niet mee te gaan met
de stieren. Zo veel underperformance, daar krijg je de tijd niet voor om die
goed te maken met een correctie. Als er alleen maar een correctie komt, dan
loont het zelden om hier uitgebreide timingsbeslissingen voor te nemen. Je
verkoopt dan te vroeg en je komt te laat weer terug in de opgaande markt is wat
er meestal gebeurt.
Ik moet dan denken aan de discussies
met Ter Veer eind jaren 90. Na Greenspans irrational exuberance speech (eind
1996) werd hij bearish en hield dat consequent vol tot inderdaad de grote bear
markt van 2000-2003 kwam, de sluipkrach. Daarna werd hij weer bullish. Ik begon
in 1997 ook bearish te worden. Ik had nog nooit zo’n hoge waarderingen van
aandelen gezien en in 1987 was dit toch ook verkeerd afgelopen. Maar deze keer bleven
de waarderingen maar hoger worden. De jeugd zei tegen me dat we in een ‘new era’
leefden en dat het heel gewoon was dat aandelen zo duur waren en nog duurder
waren. Ik moest maar eens beter met mijn tijd meegaan en me opnieuw verdiepen
in de nieuwe beleggingstheorie. Ik wist toen inderdaad nog niet voldoende van
behavioral finance, ik had bijvoorbeeld onvoldoende gelezen over de
betrekkelijkheid van technische analyse (er zijn geen goede regels die
structureel winnen, wat je aan momentum had en niet had) en sentimentsindicatoren
(al had ik wel heel goed uitgezocht dat veranderingen in het sentiment meestal
bijna helemaal te verklaren waren uit veranderingen van de fundamentals).
Toen kwam de Azië/ Rusland/ LTCM-crisis
met zijn kortstondige flinke duikeling van de koersen in 1998. Tijd voor mij om
bullish te worden. Men prees me dat ik ervoor zorgde dat aandelen overwogen
worden, want dat pakte goed uit in 1998/1999. Ik capituleerde en dacht dat
technologieaandelen inderdaad heel veel waard moesten zijn. Als particulier
kocht ik o.a. naderhand waardeloos geworden aandelen als KPNquest, Landis. Ter
Veer waarschuwde keer op keer dat ik mijn aandelen moest verkopen, maar ik
bleef gewoon zitten, want dat ging al zo lang goed. In 2000 werd het duidelijk
dat de koersen echt te hoog waren en er flink wat van af moest. Bij een S&P
van ruim 1300 zei ik dat er een terugval zou komen tot 1000, Ter Veer dacht dat
de S&P onder 500 zou komen. Zoals zo vaak gebeurde, lag de waarheid
ongeveer in het midden.
Had ik beter moeten weten? Natuurlijk.
Niet alleen Ter Veer waarschuwde mij. Bij F&C zwaaide toen de geniale Arnab
Banerji de scepter. Hij wist in 2000/2001 prima uit te leggen dat technologie
zoals hij steeds zei ‘een basket case’
was om weg te doen. Ik luisterde niet en hield ze toch vast, iets dat onze portfoliomanagers
(maar ook anderen in heel de wereld) overigens ook veel te hardnekkig deden.
Ter Veer had flink aan macht ingeboet door
zijn bearish verhaal eind jaren 90, maar in 2003 stelde hij de retorische vraag
aan mij en enkele beleggingscommissies of ze nog steeds zo blij waren met het
negeren van zijn waarschuwingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten