Achtergrond bij Beleggen op de golven Waar zijn we op de golven? Waarom gaan de aandelenkoersen al lang zo veel omhoog? N.B. dit blog is à titre personnel en hoeft de visie van BMO Global asset Management niet weer te geven
1 september 2011
Klimaat voor winstgroei en hoge marges op lange termijn nog heel goed
Minack van Morgan Stanley verontschuldigde zich in zijn verhaal vandaag van downunder dat hij de winstontwikkeling de afgelopen jaren zo onderschat heeft. Hij kon zich niet voorstellen dat bij zo’n lage groei in het Westen de winsten zo konden stijgen en de winstmarges zo hoog konden worden.
De hoge winstmarges in de wereld kunnen nog wel een tijd voortduren, maar in het Westen is dat moeilijker dan in de Opkomende Landen.
Maar ook in het westen blijven de marges hoog:
o Arbeidskosten per eenheid product gingen omlaag naar laagste punt sinds 1950
o De belastingen zijn erg laag
o De rente is erg laag die men moet betalen
o De zwakke dollar
o Toenemend deel winst uit rest wereld (vooral Opkomende Markten)
Dat is wat we gezien hebben. Blijft dit zo?
Belastingen zijn laag en dat blijft nog wel even (de verliescompensatie wordt wel minder, nu er zo veel winst gemaakt wordt). De rente blijft laag. De arbeidskosten per eenheid product zullen weinig stijgen, vaak dalen (dit is verreweg het belangrijkste voor de winstmarge). De dollar wordt door de FED zwak gehouden. De groei in de rest van de wereld, de Opkomende Landen, blijft goed, beter dan in VS. Kortom, weinig problemen.
De groei in Opkomende Landen is genoeg om wereldwijd de consumptie te doen stijgen, maar in het Westen is het zoals Minack al meldt moeilijkheden: de consumptie is 70% van het BNP in de VS terwijl het arbeidsinkomen maar 60% is. De overheid en de zelfstandigen en de asset economy moeten het gat vullen, maar de overheid moet afhaken. D.w.z. consumptie moet terug.
Ergo winsten moeten dalen als % van het BNP [en het BNP groeit in die periode van minder consumptie veel minder].
Ik geloof meer in de wet van Bastiat: investeringen als % van het BNP gaan omhoog en compenseren de relatieve daling van de consumptie. Dat hoeft de economische groei helemaal niet te raken. Sterker nog, de daling van de overheidstransfers zullen zorgen voor nog hogere winsten. De winstmarge van het bedrijfsleven gaat over business sales en die stijgen harder dan het BNP als investeringen relatief toenemen en overheidsuitgaven+ consumptie relatief afnemen.
D.w.z. Minack onderschat niet alleen de winstmarges maar ook de business sales.
Het gaat helemaal niet slecht met consumptie in de wereld, zoals Minack zelf aangeeft.
De mening van Ter Veer en mij blijft (zie ons boek): de machten bedrijfsleven en individuen staan sterk en de overheid en employees (de lagere middenklasse) (in het Westen) staan zwak. Dat is zeer, zeer gunstig voor de winsten en winstmarges.
Met een beetje geduld (tien jaar?) komt er wel een redding voor de employees (de lagere middenklasse).
Employees staan nog zwakker dan we dachten. De twijfel over de kracht van de overheid of die nog machtig zou kunnen worden door op steeds grotere schaal met cadeautjes te smijten is verdwenen. Er is een eind aan het komen aan de Peronistische politiek van eindeloos de overheidsuitgaven op te jagen om de kiezers te behagen. De tering wordt naar de nering gezet in een soort jaren vijftig mentaliteit. Dat is gunstig voor de winsten en aandelenwaarderingen met het nodige geduld (eerst moet de eurocrisis nog uitgevochten worden door de kernlanden van de eurozone en de europeriferie).
N.B. Ik lees de verhalen van Minack altijd met veel plezier omdat hij steeds heel instructieve grafieken heeft om zijn verhaal kracht bij te zetten (zie grafieken hierboven bijvoorbeeld).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten