Aandelenkoersen reageren op andere groeiverwachtingen (van economie en winsten) en de veranderende disconteringsvoet hiervan (door de rente, inflatie, onzekerheden).
In de eerste fase van de bull markt gaan beide factoren omhoog. Maar er is grote afkeer, ongeloof om te kopen. Dat is de reluctance fase.
In de tweede fase gaan de winstverwachtingen minder omhoog en er komen nieuwe onzekerheden dan wel inflatieangsten of andere zaken die nopen tot hogere disconteringsvoeten (zoals koerwinstverhoudingen die dan dalen).
Dan komt er een fase dat men het gewoon vindt dat de recessie voorbij is, maar de winstgroei geen inhaalslag meer maakt. De acceptancefase.
En aan het eind van de bull fase komt de euforie, de exuberance. Men ziet steeds meer groei en onzekerheden worden onzichtbaar. Centrale banken halen de punchbowl niet weg.
Hierboven de fases ingetekend in de vierjaarscyclus, ervan uitgaand dat Birinyi gelijk heeft en we in de exuberance fase zitten (dat geloof ik pas als de S&P boven de ongeveer 1550 stijgt, voorlopig zitten we nog in FG denk ik).
Beide factoren (groei en discontering) kunnen de goede richting in gaan of een van beide; beide kunnen natuurlijk ook in verkeerde richting gaan (bear markt)
AB beide omhoog (credits goed); psychologisch moeilijk want je ziet dat het niet goed gaat met de economie (reluctance)
BC consolidatie, men verkoopt nu het zonder verliezen kan
CDgroeivooruitzichten verbeteren
DE rente stijgt (discontering verslechtert)
EF rentestijging voorbij, groeivooruitzichten redelijk en veiliger
FG stabilisatie
GH euforie, exuberantie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten