Bij Harrie Mens hamerden zowel Bomhof als Rutte erop dat het vooruitgangsgeloof in Nederland moet terugkeren. Als dat niet gebeurt, gaat het fout met de ondernemingszin. Het is schokkend dat in een heel korte periode het geloof in vooruitgang wordt opgegeven in Europa (het is er gelukkig nog wel in veel Emerging Markets en de VS). Het gebrek aan geloof in vooruitgang is een belangrijke oorzaak waarom China en India niet de weg omhoog konden vinden in de Industriële Revolutie. De rijstboer kon niet geloven dat hij het beter kon krijgen. Dat veranderde in China plotseling met Deng en in India in 1998. Het geloof in opkomst van de middenklasse en de push voor verandering en vooruitgang die daar van uitgaat maakt een wereld van verschil.
In Europa begint er een stroming te onstaan die het vooruitgangsgeloof naief vindt, een raar soort religie (want vooruitgangsgeloof is een soort religie volgens bijvoorbeeld Schinkel/ Gray).
Overigens dat plostelinge opgeven van het vooruitgangsgeloof is niet nieuw. Het gebeurde (o.a.)ook in de eerste oliecrisis. Na de mooiste periode van voorutigang in de wereld van 1949 tot 1973 werd het geloof in vooruitgang ineens opgegeven via het rapport van Rome waar het einde van de grondstoffen werd aangekondigd. Men geloofde plosteling dat we overgeleverd waren aan de grillen van de oliesjeiks en de periode van hoge groei definitief voorbij was want de olie raakte op.
Het vooruitgangsgeloof is nog niet zo oud. Vóór de Industriële Revolutie was er op goede gronden geen geloof in vooruitgang van betekenis: men zag gewoon niet dat de mensen het uiteindelijk beter kregen dan hun ouders. Na en rond de start van de Industriële Revolutie kwamen vele onheilseconomen op zoals Malthus en Quesnay (als er te veel mensen komen dan gaat het fout, na voldoende hongersnoden en oorlogen wordt het aantal mensen weer voldoende gereduceerd om weer voldoende goede grond te hebben voor goede economische groei). Marx had het over Verelendung en het onvermijdelijke van de dalende winstmarges. Pas Schumpeter zag rond 1940 dat je via creatieve vernietiging structureel productiviteitsstijging en daarmee groei kreeg. Pas in die tijd gaf Keynes aan dat via overheidsbeleid de slechte tijden schaars horen te zijn. Pas rond 1960 kwam er een algemeen geloof in vooruitgang in het westen: via Keynesiaans overheidsbeleid kon je de economie voortdurend vooruit krijgen.
Op 1 februari stond in de Volkskrant het artikel : Nederland is hypochonder geworden door Peter Giesen. Daarin stelt hij o.a.: "Ooit geloofde ik serieus dat ik nog eens vakantie zou vieren op de maan. En dat ik nooit meer de stad in hoefde te lopen, omdat de stoepen er vanzelf naar toe zouden rollen. Je werd er niet eens dik van, want je kreeg een precies afgemeten portie astronautenvoer.
Ik was een jaar of tien, en helemaal verslingerd aan The Thunderbirds en de vluchten naar de maan. De toekomst werd nog schitterend verbeeld, een probleemloze belofte van technologie en comfort. Ik ervaar nog altijd een zekere nostalgie, als ik terugdenk aan dat optimisme.
Volgens psychologen van de Universiteit van Amsterdam hangt vooruitgangsgeloof samen met angst. Hoe minder controle mensen over hun eigen leven ervaren, hoe sterker ze in vooruitgang geloven, blijkt uit hun experimenten. Daarmee bevestigen ze een gedachte van de Britse filosoof John Gray: vooruitgangsgeloof is een seculiere vorm van religie. De mens bezweert zijn angst voor de toekomst door zichzelf wijs te maken dat allerlei problemen in de toekomst wél zullen worden opgelost.
Vooruitgangsgeloof is voor Gray een illusie die de enige zinnige levenshouding in de weg staat: omgaan met de ‘tragische toevalligheden’ van het leven.
Voor het pessimisme van de filosoof Gray valt iets te zeggen. Als we het leven als tragisch beschouwen, zijn we op het ergste voorbereid. Maar de socioloog Schinkel laat zien hoe moeilijk het is zonder optimisme te leven. Misschien hebben we de troost van het vooruitgangsgeloof gewoon nodig.
Thunderbirds Are Go!".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten