Volgens de nodige
lobbyisten is het vandaag een feestdag: door invoering van de Ultimate Forward
Rate is Nederland behoed voor het ontijdig afstempelen van pensioenen.
Er is veel bezwaar tegen
deze RRR (RijkRekenRente), de ouderen zouden de jongeren bestelen, omdat het
verwacht rendement van een pensioenfonds deze hoge rente nooit zal kunnen
bijbenen en op termijn dus extra meer en meer moet afgestempeld moet worden. In actualiteitsrubrieken geeft men al voorbeelden: de ouderen hoeven nu 4% minder gekort te worden in plaats van 15% en dat betekent over 35 jaar dat de dan met pensioengaanden 31% gekort moeten worden. Het betselen van de jongeren is dus enorm. Stel je eens voor dat er niet gekort werd: dan hadden de nu jongeren over 35 jaar 0% pensioen (gelukkig niet gegarandeerd; het fact checking team staat in het geheel niet achter dit soort berekeningen).
De geschiedenis leert dat
rendementen van boven de UFR op lange termijn ruimschoots te realiseren zijn.
Dan moet men natuurlijk wel ook in iets anders beleggen dan “veilige“
staatsleningen.
Men suggereert vaak dat de rendementen nu de komende jaren heel laag moeten zijn omdat de rente nu zo laag is (zelfs ik heb dat gedaan in de beleggingsnota 2013).. Cijfers uit het verleden bieden hier helemaal geen bewijs voor. Integendeel zelfs. Het verband tussen
rentestand en de beurs na enige kwartalen is meestal zwak. Na 2000 is er een
licht negatief verband: hoe lager de rente, des te hoger was de stijging van de
S&P500 (net als de situatie voor 1965).
Bij rentes onder 5% was
er een redelijk verband na 1950. Voorlopig wijst de zeer lage rente eerder op hogere rendementen voor risicovolle beleggingen dan lagere.
Die stijging is zo laag dat je je kunt afvragen of dit de moeite waard is: men werkt nu met een modelrente in plaats van een marktrente. Met een marktrente kun je een pensioen garanderen, met een modelrente kun je hem slechts met goede kans verwachten.
De werkelijkheid is dat bij de huidige rentes gegarandeerde pensioenen onbetaalbaar zijn en daar komt dan ook nog eens het langlevenrisico bovenop.
Achmea had een aardige tabel bij een presentatie voor zijn klanten (waaronder F&C Nederland met zijn pensioencontract).
Waar je in 2009 nog een pensioenopbouw van 2% mee kon financieren is nu nog maar goed voor 1,13%. De keus begint nu te worden: neem je genoegen met 1,13% opbouw van rechten, wel (nominaal) gegarandeerd of ga je voor een verwachte opbouw van circa 2%, niet gegarandeerd, slechts met goede kans. (N.B. bij een verzekeraar als Achmea of bijvoorbeeld Aegon kun je ervan uitgaan dat de uitkering echt nominaal gegarandeerd is gezien de draconisch hoge dekkingsgraden (liefst 200-250% plus, maar in ieder geval 150%+)).
Bij een pensioenfonds is gebleken dat de uitkering niet gegarandeerd is, daarmee is er ruimte gekomen om te kiezen voor een ozeker veel hoger pensioen in plaats van een zeker erg laag pensioen. De basis van het pensioen zou je bijna gegarandeerd kunnen doen, maar daarna begint defined contribution toch wel erg aantrekkelijk te worden. Dit geldt vooral voor ondernemingen, die gewoon gegarandeerde pensioenopbouw van 1,75% per jaar inclusief langlevenrisico niet meer kunnen betalen. Als de werknemer dit per se wil, zal hij in de toekomst als de rente niet stijgt genoegen moeten nemen met een aanzienlijk lager netto loon.
Het CPB is betrekkelijk stellig dat de rente heel lang laag kan blijven. Door de kredietcrisis en de vergrijzing blijft de groei vele jaren heel laag en daar hoort een zeer lage rente bij à la het Japanscenario. Zij vinden de UFR rente van 4,2% bedenkelijk hoog. 2% inflatie is hoog en 2,2% reële rente is al helemaal een wild hoge veronderstelling. Brrr, we moeten accepteren dat we failliet zijn en onze oude dag in armoede moeten gaan slijten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten