8 augustus 2015

overpeinzingen: S&P, rente, macro, olie

De S&P500 doet sinds de FED gestopt is met bijkopen in het kader van QE vrijwel helemaal niets. Volatiliteit lijkt vrijwel verdwenen. De VIX overschat zelfs de volatiliteit.
Toch heerst er boven gemiddelde angst op de beurs (bijvoorbeeld CNN’s fear and gread index staat bijna maximaal in de fear zone). Apple daalt ernstig en de mediabedrijven gingen afgelopen week ook op de mesthoop.

Er zijn wat akelige thema’s geweest zoals Griekenland, een krach in China, het oprukken van IS, Oekraïne, maar daar ligt de belegger op het ogenblik allemaal niet echt wakker van.
De daling van de grondstoffenprijzen met hun desastreuze uitwerking op de energieproducenten is nu de grootste kopzorg, gevolgd door een mogelijke stunt van de FED, mocht deze overgaan tot renteverhoging en de daad bij het woord voegt en alle geldmarkt een torenhoge rente van 0,375% gaat bieden, daarbij heel wat liquiditeit weg drainerend.

Bij pensioenfondsen zou men heel blij zijn met renteverhogingen. Even leek het de goede kant op te gaan met de rente na 20 april, de FED put zich uit in bewoordingen dat ze de rente gaan verhogen, maar de kapitaalmarkt is de boel weer aan het saboteren. Ja, de korte rente stijgt in de VS, maar de lange rente stuitert in elkaar. De lagere grondstoffenprijzen indiceren deflatie, lagere inflatieverwachtingen dus en lagere economische groei en daarmee een lagere reële rente. Het verschil tussen lange en korte rente is de belangrijkste lang voor lopende leading indicator. Als die een dreun krijgt, kan de FED de rente maar heel weinig verhogen, minder dan de drie renteverhogingen die op de rol staan voor 2016 volgens de futures.

Het macro nieuws is niet al te best. De groei in Emerging Markets is verdwenen, alleen nog wat in China (maar veel minder dan gehoopt) en India en verder is het veelal een droevig verhaal. In de eurozone vallen de cijfers wel weer wat mee. De wereldhandel groeit niet. Een en ander hindert de groei in zelfs de VS. In de VS waren de cijfers over het eerste half jaar tegenvallend. Recentelijk zie je wel weer hoopvolle ontwikkelingen in de dienstensector (ISM non manufacturing bijna op record hoogte), investeringen buiten de energie/materials sectoren en je ziet vooruitgang op de vastgoedmarkt. Huren stijgen en verhinderen deflatie op het ogenblik in de VS. De lagere olieprijzen hebben nog geen groei gebracht in de wereld. Alleen Japan en Europa lijken te profiteren, alhoewel dit voor een belangrijk deel ook komt door de zwakke valuta. Amerika zou moeten profiteren als netto olie-importeur, maar dat gebeurde nog niet.


De lagere olieprijs sinds half 2014 blijft maar verrassen.  Men was zo gewend geworden aan hoge olieprijzen na 2005 dat men dacht at $100 per vat normaal was. Sinds 2008 kan de wereldeconomie dit echter niet meer dragen, het is te veel. De doorgaande groei in China hield de vraag hoog, maar niet hoog genoeg. Sinds half 2014 gaat het overduidelijk niet goed met de vraag. Het aanbod reageerde zoals gewoonlijk met de nodige vertraging op de hoge olieprijzen, o.a. met horizontal drilling en fracking. Met het aanbod gaat het dus de laatste tijd veel beter dan verwacht. Vooral in de VS is de olieprijs meer toegenomen dan de grootste optimist enkele jaren geleden voor mogelijk hield. De kentering kwam door onderschatting van Saoedi-Arabië van de ernst van de situatie in 2014. Ze hadden er genoeg van de productie te beperken en andere landen zonder tegenprestatie meer laten produceren zoals Rusland. Zij produceerden gewoon door en zelfs meer. Iedereen verwachtte dat de olieproductie in 2015 door de veel lagere olieprijzen fors zou gaan dalen. Nee, men produceerde gewoon door, zelfs meer. Met die extra olieproductie probeert men de gedaalde olie-inkomsten op peil te brengen, maar dat werkt zoals altijd averechts.  Omdat na 2009 de olieprijs zo hoog bleef, er voortdurend een premie nodig leek vanwege geopolitiek risico, iedereen de piekolieverhalen geloofde met de daaraan vastzittende steeds hogere kosten om olie te winnen, bleven de speculanten maar doorkopen. De olieprijs zou immers snel veel gaan stijgen, de productie in Amerika zou fors dalen, Saoedi-Arabië zou tot inkeer komen. Niets van dat al, erger nog, Iran kwam ook nog eens met extra olie op de markt en andere landen ook, zoals Brazilië. In Saoedi-Arabië begint men nu ook de smaak te pakken te krijgen van horizontal drilling en daar stijgt de productie ook. De marginale olieproducent moet uit de markt verdreven worden, maar dat lukt maar niet. De rijke maatschappijen in Amerika zitten op vaak wat dure olie, maar kunnen de lage olieprijzen opvangen uit de variabele kosten van hooguit $45. De arme producenten hebben vaak goede bronnen en kunnen tegen $40-55 totale kosten produceren (aldus Goldman Sachs).   Ondertussen puilen de olie-opslagplaatsen uit in de VS. Er kan bijna geen druppel meer bij. Als dat straks echt niet meer lukt, gaat de prijs nog verder achteruit vreest men. Dat is overigens de vraag, want de lage benzineprijs heeft geleid tot eindelijk meer vraag in de VS, men rijdt ineens veel meer. De olieprijs overdrijft vaak. Deze keer is geen uitzondering. Maar olieprijs lang onder $40 in de VS? Niet erg kansrijk denk ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten