15 juni 2016

Pensioenstelsel: verwachtingen zijn te hoog, individuele potjes maken het erger

Het huidige pensioenstelsel staat onder grote druk vanwege de kortingen en het uitblijven van indexatie voor vele deelnemers en gepensioneerden. Dat komt doordat de rente te laag is en de verwachte (en echte) levensduur steeds hoger wordt. Inkopen van een levenslang pensioen (bij een verzekeraar) is daardoor een dure aangelegenheid geworden.
Men gaat daarom op zoek naar andere oplossingen. Deze kunnen het niet winnen van een solidair pensioenstelsel dat met geringe kosten wordt uitgevoerd.

Men wil naar individuele potjes met solidariteit. Dat is een contradictio in terminis. Solidariteit van anderen met jouw individuele potje is een wankele basis.  Individuele potjes zijn alleen mar goed als aanvulling op een pensioen dat al voldoende is voor de modale mens (niet voor 2* modaal+). Toch wordt het door de SER als serieus voorstel ingediend. Men berekent braaf dat door allerlei schokken bij vooral beleggingen het een factor vijf kan schelen hoe veel men voor zijn pensioen bij elkaar spaart. Dat gaat men voor de pechvolgels repareren door te mixen met nieuwe beleggingsinkomsten in een afgesproken periode van tien jaar. Dat is al heel veel, maar volstrekt onvoldoende voor reparatie (zie bijvoorbeeld de discussie van Beetsma/Sweder van Wijnsbergen http://pensioenpro.fd.nl/fd/649867-1605/persoonlijke-pensioenpotjes-vormen-te-groot-risico versus Bovenberg/Nijman).


 Het systeem in Chili werkt al een hele tijd met individuele potjes die van tijd tot tijd naar een andere pensioenbeheerder kunnen worden doorgeschoven. Deze beloven gouden bergen al dan niet met  minder goed te doorgronden producten en altijd met veel te hoge kosten en meestal met tegenvallende opbrengsten. Zo’n systeem moeten we niet gaan opzetten.
Individuele keuze is leuk, maar niet als je niet weet welke keuze je moet maken. Een paternalistische keuze die zegt wat je moet doen omdat de meeste deskundigen en deelnemers hiervoor kiezen inclusief solidariteit is dan te prefereren.

Overgang van kapitaaldekking (met een beetje vooruitgeschoven omslag van jongeren die te veel betalen voor ouderen die te snel rechten opbouwen) naar omslag is een penibele zaak als je weet dat het draagvlak (werkenden/ gepensioneerden) flink gaat verzwakken. Het repareren van de gemiddelde doorsneepremie waarbij jongeren ouderen subsidiëren is al een netelige kwestie.

Bij gelijkblijvend draagvlak duwt de lage rente, lager dan de groei van het BNP, je richting omslag volgens de theorie (Aarons conditie). Kapitaaldekking heeft pas echt zin als je rendement hoger is dan dat van het nominale BNP. Piketty heeft plausibel gemaakt dat dit buiten de oorlogsjaren eigenlijk een normale zaak is geweest. Op het ogenblik is dit niet zo duidelijk. De rente ligt enige procenten onder de nominale groei. Het officiële verwacht rendement van zakelijke waarden is nog wel hoog, zo’n drie tot vier procent hoger dan de nominale groei. Een 60% nominale waarden/ 40% zakelijke waarden zou dan nog net voldoende rendement opleveren voor de Aaron conditie.  Inclusief afnemend draagvlak lijkt het nog steeds voldoende reden om kapitaaldekking te blijven aanhouden.

Het verwachtingspatroon is nog steeds te hoog. Men heeft gezien dat de ouders vervroegd met pensioen gingen en dat ze er op konden rekenen dat hun pensioen geïndexeerd werd. Dat zit er voor de toekomst niet in. De rente zal wel stijgen, maar het verwacht reële rendement van zakelijke waarden staat onder grote druk. Loonstijging kan niet structureel achterblijven bij productiviteitsstijging, want hierin moet compensatie voor hogere belasting zitten voor aow en zorgkosten (werkenden zijn solidair maar niet gek). Dat maakt het een onmogelijke zaak dat winsten straks meer blijven stijgen dan het BNP. Het reële verwacht rendement van aandelen gaat dan naar dividendrendement (of lager).  

Dit betekent dat zonder stijging van de rente harder dan is ingeprijsd een beleggingsportefeuille van een pensioenfonds inclusief zakelijke waarden niet het UFR rendement gaat halen. Ondertussen worden mensen nog steeds ouder dan de sterftetafels nu aangeven. Kortom, het is eenvoudig langdurig tegenvallers te voorspellen voor de pensioenfondsen.

Kan het meevallen? Ja, maar dan moet de groei van de productiviteit meevallen en de rente in de buurt van de nominale groei liggen (hoger heeft nadelen, dat remt de economische groei te veel). Meevallers kun je ook krijgen door het verwachtingspatroon naar beneden bij te stellen. Dat is al een hele tijd gaande. Op een gegeven moment moet het dan gaan meevallen.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten