Aandelen begonnen deze week zonder
belangrijk economisch nieuws in de VS aan een mysterieuze opmars, veelal
verklaard als een soort “Hillary bounce “ in de kansen op haar presidentschap.
Fundamenteel ziet men eindelijk weer winstgroei in de VS (en het VK!) en minder
druk op de economische groei door de financial conditions en meer fiscale
stimulering. De handelscijfers van China waren beter dan verwacht (vooral
import). De producentenprijzen daalden opnieuw minder hard. China zorgt weer
voor groei in de wereld.
Op vrijdag werden alle stijgingen
meer dan teniet gedaan door naar men zegt vooral brexitangsten. Dat is iets
Europees, Wall Street laat zich er nauwelijks door van de wijs brengen. Deze
leiden vooral tot nieuwe historische dieptepunten voor de rente in steeds meer landen. Dat leidt dan weer tot
nieuwe onheilspellende verhalen over Secular Stagnation als te optimistisch
scenario voor de komende misschien wel vijfhonderd jaar (zoals Batra tien jaar
geleden al wist en in lijn met de voorspellingen van Armstrong).
Brexitangsten horen nu de kop op te
steken met af en toe polls waarin het leave kamp hoger scoort dan remain. Het
pond had desondanks een (korte) opleving vlak na een artikel in de FT dat voor
2020 er nog geen echte brexit kan zijn ook al stemt men hiervoor op 23 juni. De
hogere kans op brexit vrijdag zorgde toch weer voor een zwakker pond. De wedkantoren en de best geachte goeroes
vinden de brexitkans voorlopig nog steeds klein (24 tot 35%). Ik denk dat leave
heel dicht bij 50% van de stemmen gaat krijgen, ik zou niet langer verbaasd
zijn (door de klungelige slechts op vrees gebaseerde campagne van het remain
kamp en de mokerslag van 333.000 migranten vorig jaar in plaats van de beloofde
< 100.000) als het iets meer wordt dan 50%. Het Europees kampioenschap
voetballen zou wel eens de doorslag kunnen geven (ongeregeldheden, terreuraanslagen,
prestaties Engels team).
De vlakker wordende rentecurve is
een van de betrouwbaarste leading indicators voor lagere groei (maar ook voor
meer loongroei). Zoals echt altijd (in mijn dikke veertigjarige ervaring met
financiële makten) roept men this time is different: de vervlakking van de
rentecurve komt door technische reacties op hoger wordende korte rente in de VS
versus buitensporige QE in Japan en de eurozone.
De ECB begon met het opkopen van
bedrijfsleningen en dit veroorzaakt ook daar negatieve rentes (maar ook veel
nieuwe emissies van bedrijfsleningen). Negatieve rentes zijn tot op heden uitermate besmettelijk.
Voor het eerst schijnt een bank (de
Commerzbank) serieus aan het bekijken te zijn of het opslaan van bankbiljetten
in de kluis beter is dan het betalen van een negatieve rente aan de ECB. DeLa
Rue kan zich opmaken voor grote orders voor het drukken van 500 eurobiljetten
denk ik.
Het weinige economische nieuws was
veelal positief. Er waren positieve berichten over de Amerikaanse arbeidsmarkt:
jolts (vacatures) op een hoogtepunt, de werkenden vinden weer beter betalende
banen/ maken vaker promotie, initial claims voor werkloosheid werden weer lager
en het aantal aangekondigde ontslagen van grote bedrijven nam af. Pessimisten
zien in de daling van Yellens Labor Conditions Index echter een nieuw serieus
voorteken dat Amerika zo in een recessie zal zitten. De meest logische uitleg
is dat de groei van de werkgelegenheid inderdaad lager zal blijven dan de
200.000 van de afgelopen jaren, maar nog wel boven de ongeveer 100.000 die
nodig is voor een gelijk blijvende werkloosheid en dat de inkomensgroei
hetzelfde zal blijven/iets kan verbeteren door meer loongroei via enig herstel
van de productiviteitsgroei.
Er komt meer vertrouwen in een
sterker wordende huizenmarkt door meer verkopen, record lage hypotheekrente.
Het flow of fund rapport van de FED gaf aan dat de Amerikanen nog nooit zo rijk
zijn geweest in reële termen. De MEW, mortgage equity withdrawal, daalde weer
iets, wat de iets tegenvallende groei van de consumptie in het eerste kwartaal
mede verklaart.
In Europa lieten de cijfers over
april een groeiende industriële productie zien in o.a. Frankrijk en Duitsland. Nieuwe
Duitse orders daalden echter.
De olieprijs moest vrijdag iets
terug. Eerder was er stijging door o.a. meer vraag in India (meevallende groei,
positief thema The Next India), dalende olievoorraden in de VS en het bijna lamleggen
van de Nigeriaanse olieproductie door de Niger Delta Avengers, maar nu gaat de
regering met hen praten. Business as usual komt geleidelijk terug in het
Canadese Fort McMurray (BMO vestiging daar bijvoorbeeld weer open). Sommige
schalieproducenten voeren, nu de olieprijs weer $50 is, de productie op via het
in productie brengen van nog niet producerende reeds aangeboorde bronnen, maar
pas bij $60 willen ze weer naar nieuwe bronnen boren. De olieprijs is een
speelbal van de futureshandelaren die voor 15 keer zo veel handel zorgen als de
fysieke handel in olie volgens Bianco (was zes keer in 2009).
De FED gaat komende week vergaderen.
Men zal de rente volgens de markt gegarandeerd niet gaan verhogen, maar men
denkt wel dat Yellen op de persconferentie de zeer laag geworden ingeprijsde
kans op renteverhoging omhoog wil praten. De markt acht renteverhoging voor
december bijna uitgesloten, ook al zal Yellen af en toe de markt bang maken
voor eerdere verhogingen als het economisch nieuws goed is en de financial
conditions (lees S&P > 2150, liefst > 2250) het toelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten