Drie jaar geleden moest ik prikkelende stellingen verzinnen voor een discussiebijeenkomst met pensioenfondsklanten in verschillende sessies. Mijn stelling: “Het pensioenstelsel klapt gegarandeerd!” werd uiteraard te gevaarlijk bevonden om te bediscussiëren. Zo veel prikkel was te veel van het goede.
Ik had vier goede redenen, die overigens nog steeds gelden, dat er een grote kans was dat het Defined Benefit pensioenstelsel onhoudbaar zou kunnen worden. Aan de beleggingskant loerden twee risico’s: een met veel hogere kans dan waarmee men rekening hield op een zeer negatief rendement op zakelijke waarden (=afstempelen op verplichtingen dreigt dan; in ALM studies zou dat hooguit eens in 1000 jaar gebeuren, maar een blik op beleggingsreeksen leerde dat dit eens in de ongeveer 25 jaar gebeurde) en een met wel degelijk niet te verwaarlozen kans een te lage zeer lange rente (=pensioenpremie wordt dan onbetaalbaar; bij een 30-jaar rente die enige tijd onder ongeveer 2.5% blijft is het denk ik onmiddellijk einde oefening voor Defined Benefit). Aan de verplichtingenkant had je ook twee grote risico’s: het langlevenrisico (=onvoorwaardelijke verplichtingen fors onderschat omdat we veel ouder worden dan de oude sterftetafels toen aangaven, dit moet bijgefinancierd worden) en de gemiddelde doorsneepremie (die zorgt ervoor dat iemand per jaar tegen dezelfde premie even veel pensioenrechten opbouwt als % van het inkomen of je nou 25 bent of 64; dit leidt tot grote winsten op jongeren die de grote verliezen van de 55-plussers moeten compenseren; dit is onhoudbaar als er te weinig jongeren zijn).
De eerstgenoemde drie risico’s hebben nog harder toegeslagen dan ik toen voor mogelijk hield en worden nu goed (misschien wel te goed) onderkend. Over het vierde risico blijft het nog muisstil, maar vooral dit is een onhoudbare situatie.
Het artikel vandaag van Onno Steenbeek in Het Financieele Dagblad: “Geef pensioenfondsen ruimte” is me om een vijfde risico (uitgaan van een te laag rendement) voor de houdbaarheid van het pensioenstelsel uit het hart gegrepen. De ondertitel: “laag inboeken van rendementsopbrengst leidt tot massale versobering regelingen” slaat de spijker op zijn kop. Als we prudent toegeven aan het advies van de commissie Don dat het verwacht rendement van aandelen 6% moet zijn, is het huidige Defined Benefit systeem nog sneller ten dode opgeschreven dan nu al het geval is. Bij de 7% zoals de verstandigere sociale partners voorstellen vallen de berekeningen veel minder rampzalig uit. Het is dan veel beter mogelijk om een enigszins geïndexeerd pensioen op te bouwen tegen enigszins betaalbare premies.
Die 1% maakt een wereld van verschil. Zoals Steenbeek opmerkt kan die 1% het pensioensysteem de nek breken. Het lijkt niet veel maar de ervaringen in Engeland hebben geleerd dat op het oog betrekkelijk kleine verslechteringen desastreus zullen zijn.
Het bestaansrecht van collectief sparen in een kapitaaldekkingsysteem voor een pensioen bij een stabiele demografie is weg als het (verwacht) rendement lager is dan groei van het nominale BNP (Aaron conditie). Dan kun je beter een omslagstelsel hanteren.
Ik blijf uiteraard van mening dat goede rendementen mogelijk zijn –Voorspoed komt! zegt ons boek Beleggen op de golven immers- en pensioenfondsen houden daarom hun bestaansrecht als ze maar voldoende in zakelijke waarden beleggen (en hun risico acceptabel houden door het renterisico grotendeels te matchen). Te veel pessimisme zie ik nu als het grootste gevaar voor het voortbestaan van het Defined Benefit systeem.
En uiteraard blijf ik van mening dat een Defined Benefit pensioensysteem een zeer waardevol goed is, iets dat zeer de moeite waard is om voor te vechten.
N.B. Nogmaals: De meningen zoals geventileerd in mijn blog zijn op persoonlijke titel en kunnen en zullen in diverse gevallen afwijken van de mening van F&C.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten