De industriële productie van China stabiliseert op een voor China laag niveau. Dit wijst niet op een hard landing.
De groei van de handel van China is al een tijdje onrustbarend af aan het zwakken, zowel export als import.
De kredietgroei zwakt af. In maart leek het beter te gaan, maar in april was het weer prut. Cruijjf zou zeggen: elk nadeel heb zijn voordeel, nu is dat de hoop op lagere inflatie en een ruimer monetair beleid.
Met de investeringen gaat het duidelijk bergaf. Na het opblazen van de investeringen in 2009 (infrastructuur) zit men nu even op de blaren.Nog een jaar geduld met lage investeringsgroei zo lijkt het.
Met de detailhabdelverkopen gaat het minder goed dan de overheid zou willen. Voorlopig komt er nog niet zo veel terecht van de plannetjes van de overheid dat consumptie het gat van lagere investeringsgroei opvangt. Door de lagere inflatie is dit overigens zo gek nog niet, alleen als je 7,5%++ groei wil voor de economie dan is dit niet goed genoeg. Men gaat de Peoples bank of China dus oppoken wat extra te doen.
Alles bij elkaar genomen zwakt de groei in China over de hele linie behoorlijk af. In reële termen rukt de consumptie wel iets op, maar in nominale termen niet. De terugval van het groeitempo in de investeringen en export is groter dan wat de consumptie kan goedmaken. De trends kunnen misschien wat langer aanhouden dan nu gedacht.
Een en ander lijkt op een soft landing, maar de soft landing dreigt wat langer te duren. De laatste weken is de grondstoffenmarkt ook op dit idee aan het komen.
bron plaatjes: Chris Watling van Longview
Geen opmerkingen:
Een reactie posten