We hebben in de geschiedenis meestal gezien dat de correlatie tussen aandelen en staatsobligaties laag was. In tijden van crisis was de correlatie lager.
Na 1971, de val van het vaste wisselkoersensysteem Bretton woods en de loskoppeling van de dollar van goud. zie je een zer positieve samenhang tussen aandelen en obligaties. Eerst was er door het inflatieprobleem het verhaal dat als het slecht ging met de obligaties het nog veel slechter ging met obligaties en na ingrijpen Volcker sinds 1981/2 dat hoe goed het ook ging met obligaties het nog beter ging met aandelen.
Na 1998 werd dat verband ineens weer negatief en na 2007 buitengewoon negatief.
Grice ziet dat als gevolg van eerst de bubbelwaardering van aandelen die gecorrigeerd moest worden en daarna werd het erger door de crisis.
In Japan zien we dat in hun depressie de samenhang tussen aandelen en staatsobligaties ook negatief was, dat gebeurde al eerder dan in de VS (en Europa).
Grice merkt op dat een zwaar negatieve samenhang helemaal niet normaal is en niet vaak voorkomt.
Staatsobligaties zijn nu niet meer de safe havens. Eerst kwam men daar achter in Zuid- europa, nu zou dat ook wel eens in andere westerse landen kunen gebeuren.
Goud is de goede safe haven geweest , in de jaren 70 maar ook sinds de kredietcrisis vind Grice.
In de Barrons van de afgelopen week betwijfelt men dat overigens. Als Europa instort, dan wordt de dollar ijzersterk en gaat goud het putje in (in dollars gemeten).
Nieuw is dat bepaalde kwaliteitsaandelen(hier het Griekse Hellenic Bottling, vooral safe als het hoofdkantoor buiten Griekenland houdt) de rol van safe haven aan het overnemen zijn. Dat klopt helemaal met de theorieën van woody Brock. Ik denk dat als over een paar jaar staatsobligaties als gevaarlijke beleggingen gezien worden vanwege stijgende inflatie of juist gierende deflatie de kwlaiteits multi national inderdaad een safe haven belegging wordt .
bron: Popular Delusions: the bull case for safe havens (Socgen (nog net) Dylan Grice)
Zelf houd ik al jaren als verklaring voor het omslaan van de correlatie van aandelen met obligaties van positief naar negatief, dat het samenhangt met inflatie.
De positieve samenhang was er in de jaren met hoge inflatie. In die jaren was inflatie het grote probleem en je wist dat als de inflatie te hoog werd dat de FED de economie ging slopen met hogere rentes. Hoge inflatie was daardoor zowel een probleem voor obligaties als aandelen. Na ongeveer 1998 was inflatie niet langer het grote probleem, het was de groei van het BNP: te lage groei en toen sloeg de correlatie om.
Het plaatje hierboven laat de zevenjaars voortschrijdende inflatie (rode lijn) met de driejaars correlatie tussen aandelen (S&P500) en obligaties (10 jaar benchmark US Treasuries) (zwarte lijn) zien.
Het plaatje hierboven laat opnieuw de driejaars correlatie tussen aandelen en obligaties zien (zwarte lijn), maar nu vergeleken met de driejaars economische groei van het BNP (rode lijn). Dat laat de laatste jaren een betere samenhang zien. Die samenhang loopt voor op de groei, d.w.z. de economische groei zou wel eens kunnen tegenvallen. Het kan natuurlijk ook zijn dat de markt het fout heeft en de economische groei te negatief inprijst.
Waarom moeten we ons zo druk maken over die samenhang tussen aandelen en obligaties?
Bij de huidige negatieve samenhang spreiden aandelen en obligaties heel goed. De enorme afdekoperaties van pensioenfondsen om het renterisico af te dekken vanwege de boekhoudregeld FTK heeft als bijkomend voordeel dat je het risico flink verlaagt.
Bij ALM studies maakt het veel uit of aandelen en obliagties negatief dan wel positeif correleren. Als de correlatie weer positief is dan zul je vinden dat je je vol moet laden met aandelen. Nu die negatief is, is dat een aansporing voor pensioenfondsen om veel in obligaties te beleggen en in renteswaps.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten