11 december 2014

Terugblik na vijf jaar op de voorspellingen van ons boek Beleggen op de golven (1)

Ons boek Beleggen op de golven is al weer vijf jaar oud. 5 jaar ben ik aan het bloggen. Heel wat is zoals het met voorspellingen betaamt niet uitgekomen, maar enige mildheid is denk ik op zijn plaats, omdat de beleggingskaart van de Kondratieffgolf tot op heden zo goed was (de rode pijl in het beginplaatje van het blog). Beleggingstechnisch was een en ander uitstekend, maar qua economisch scenario rammelde het flink.

Ter Veer zou als hij nog leefde (hij is helaas in 2013 overleden) buitengewoon trots zijn geweest over hoe we de rode pijl van de reële S&P in 2009 ingetekend hebben.

Dat de reële S&P zo precies onze trend zou gaan volgen hebben we nooit kunnen bevroeden.  Ter Veer heeft er zich altijd over verbaasd dat geen journalist op ons is afgekomen die het verhaal bij onze kaart wilde optekenen. Hij geloofde dan ook heilig dat de koersen ongeveer zouden gaan verlopen als we gezegd hadden. Nog steeds overigens krijgt onze kaart van de Kondratieffgolf vrijwel geen aandacht. In de jaarlijkse Beleggingsnota’s van F&C stond hij menig jaar, maar ook dat leidde niet tot veel vragen. Dit jaar overigens niet, o.a. daar de kaart te veel als een privéhobby van mij wordt gezien.

Het waarom van die grote beursstijging sinds 2009 hebben we goed uitgelegd: 1. via de schuivende machten tussen bedrijfsleven, arbeid, overheid en individuen (bedrijfsleven en individuen sterk betekent goede winstgroei, lage inflatie en ruim monetair beleid),en 2.via of een en ander gaat meevallen versus de verwachtingen (natuurlijk zijn winsten en rente meegevallen vergeleken bij de extreem zwartgallige verwachtingen van 2009).

Maar dat voorspoedscenario is niet gekomen. We zagen dat vooral voor de Opkomende Landen en in mindere mate voor het Westen, vooral Amerika zou het door de betere demografie beter hebben moeten doen.
 
Dat is uit te leggen via ons principe van de schuivende machten. Arbeid is zwak gebleven en niet snel sterker geworden zoals we hoopten. We zagen hulp voor de economische groei uit de groei van de middenklasse in de wereld. Dat gebeurde inderdaad in de Opkomende Landen, maar in het Westen werd de middenklasse de versukkeling in gestuurd. Dat drukte de groei van de consumptie en het vertrouwen van het bedrijfsleven om te investeren.  We dachten dat het sterk staan van individuen voldoende soelaas zou bieden, maar dat was niet zo. Die sterk staande individuen, dat waren er heel veel minder dan we dachten. Dat is slechts de rijkste 1-10 misschien 20%, met hun echt sterke (globale) netwerken via o.a. LinkedIn, maar niet zoals we dachten iedereen met een eigen huis, op Facebook. De asset economy herstelde, maar het waren vooral aandelen en obligaties en dat steunt de consumptie veel minder dan record hoge huizenprijzen die naar men tot 2006 in de VS dacht nooit konden dalen. Dus veel minder steun aan de groei vanuit de asset economy dan we dachten.

Een andere reden waarom dat voorspoedscenario er niet kwam was de  demografie en de uitwerking daarvan op de tijdgeest. Wij dachten dat de beroepsbevolking aardig op peil zou blijven via langer doorwerken, men zou daardoor ook pas later de voor het pensioen opgespaarde beleggingen gaan verkopen. Dat langer doorwerken is aan het gebeuren, maar het is niet genoeg compensatie. Dat later verkopen lijkt ook uit te komen. Liquidatie van aandelen begon pas echt bij gemiddeld 70,5 jaar en nu lijkt dat 72-73 te worden (dat verklaart mede waarom aandelenkoersen door konden stijgen en waarom het na 2018 moeilijker wordt).

Erger was dat de veranderende demografie in 2008 voor een Minsky moment had gezorgd dat je niet door kon gaan met meer schulden maken versus het inkomen. Dat Minsky moment hebben we goed aangegeven, maar we realiseerden ons niet wat dit met de tijdgeest zou doen: ook de jongeren, de millenials (geboren tussen 1980-1995) hanteren nu het devies: schuld is vies. Daardoor groeit de consumptie veel minder snel, men durft veel minder meer te consumeren door het maken van meer schuld dan vroeger.  Die slechte demografie zorgde even later voor een Minsky moment voor staatschuld in Europa (in 2009 totaal niet door ons gezien). De staatsschuld opvoeren gaat buitengewoon veel sneller verkeerd dan vroeger. De rekening voor extreem ruim Keynesiaans stimuleren is nu (door demografische tegenspoed) enorm. Zelfs in de VS. Eén jaar enorm fiscaal stimuleren zorgde vier jaar daarna nog steeds lagere overheidsuitgaven, bezuinigingen, 'austerity'. De overheid droeg vier jaar negatief bij aan de groei. Ongekend!

Er was en is vanzelfsprekend meer aan de hand waardoor de groei is tegengevallen en de beurzen meegevallen. Ik denk hier de komende tijd verder op in te gaan via nieuwe blogposten.      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten