Cycli: waar zijn we

Vierjaarscyclus
De vierjaarscyclus is verstoord door de eurocrisis. Eenlangere cyclus is vaker gebeurd na een zware economische nzinking zoals na 1982 en nu dus na 2009.
Omdat de structurele trend sterk omhoog is, moet je die eruit filteren voor de kortere vierjaarscyclus.
Je kunt dit doen door te delen door het vierjaarsgemiddelde of door wat statistici meestal doen: delen door het gecentreerd gemiddelde van twee jaar voor het moment en twee jaar na het moment. dan moet je natuurlijk wel een veronderstelling maken voor de structurele stijging. dat is gedaan na het punt F. De oranje lijn van de werklijkheid en de grijze lijn van de schatting vallen nog over elkaar heen.
Op moment van schrijven liggen de koersen iets boven trend, maar de eindstijging moet de koersen nog verder boven trend brengen. dat gaat gebeuren als de markt veel winststijging ziet en toch een langdurig laag blijvende rente van de FED.

de economische cyclus nu volgens Morgan Stanley


Volatiliteit
De beste oprengsten zijn er na een periode van hoge volatiliteit. Bij zeer lage volatiliteit zijn er overigens ook redelijke opbrengsten.

Seizoen- en kalendereffecten


Een aardige, degelijke studie van Laurens Swinkels en Pim van Vliet (juli 2011): An anatomy of calendar effects (http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1593770) (opgemerkt via Lukas Daalders blog) laat zien dat er twee effecten echt belangrijk zijn:


1. Halloween effect (sell in May and go away but remember to come back in September is ietsje aangepast: zit niet in aandelen in de halloweenperiode die gaat van na de heksensabbat 30 april (onze koningin is op een heksensabbat geboren en viert haar verjaardag op de volgende heksensabbat waarop haar moeder is geboren) tot heksensabbat 31 oktober) en

2. het eind van de maandeffect TOM (niets te maken met juiste, slechts enkelvoudige navigatie).



Alle andere onderzochte kalendereffecten van feestdagen, januari-effect, weekends etc. waren niet sterk genoeg.

(plaatje Strategas; zij meldden overigens dat je een en ander met momentum modellen kunt verbeteren; dan ziet het er voor 2013 minder erg uit; ook in presidentsverkieizngsjaren gaat het vaak anders)
Uiteraard kun je nog allerlei andere mogelijkheden aandragen, die niet onderzocht zijn, zoals St Patricksday en vooral FOMC dagen (als de FED vergadert/ testimony van FED voor senaat/congres gaat de beurs omhoog, dat zijn de enige echte feestdagen voor beleggers). Ook de eerste hele week van het kwartaal is vaak extra gunstig voor aandelen.

Bovenstaande tabel is van Bespoke: als de FED spreekt, gaat het vaak goed met de beurs


Er is een heleboel dubbeltelling, veel feestdagen en januari vallen in de Halloweenzone dat je toch al moest kopen en gecorrigeerd daarvoor vindt men weinig significants.


Handelen op het einde van de maandeffect, daarmee ga je de beleggingsadministratie van institutionele beleggers niet blij mee maken, vooral niet rond 1 januari, dan krijg je echt de oren gewassen voor het verstoren van een ordentelijke gang van zaken (en daarmee is ook voor een deel verklaard waarom het effect zo sterk is).


Als je niet belegt in de periode 31 oktober/1 mei (meestal het positieve deel van de mini cyclus) en niet op de dagen rond de maandeindes, dan hoor je kennelijk geen positieve opbrengst van aandelen verwachten. Slim zijn door dan in waarde-aandelen te beleggen of small cap helpt niet, je blijft in de min zitten voor dit soort rampspoedtijden.





Waarschuwing: De gesignaleerde effecten zijn anomalieën en kunnen ineens niet meer opgaan. Nog niet zo lang geleden vond men met stip het januari-effect het sterkste, vooral voor small caps (dat laatste staat nog steeds enigszins overeind).




(via
De seasonals van Hongkong zijn iets anders dan in de VS/Europa: de goede tijden duren van november tot en met februari in plaats van de Halloween indicator (van eind oktober tot eind mei)


Eerste helft maand en laatste twee dagen zijn goed. Vlak voor feestdagen is goed.
15 april beste. De 19de van de maand is de slechtste dag geweest.

maandcyclus
januari is een maand met historisch boven gemiddelde opbrengsten geweest voor aandelen, vooral voor small caps
deel van de maand: de laatste paar dagen en de eerste week zijn extra gunstig, de tweede helft is minder gunstig geweest
eerste week van januari: zie post 4 januari 2011: positieve beurs zegt weinig, negatieve beurs vergroot kans op slecht beursjaar aanzienlijk
januari slecht: verhoogt kans op slecht beursjaar
(plaatje Bianco)
http://isharesblog.com/blog/2012/12/21/beware-the-non-january-effect/

Januari effect: niet erg significant, er zijn aanwijzingen dat small caps het goed doen en de verliezers van het jaar ervoor. de laatste jaren doet technologie het bijzonder goed in januari (geen garantie)

oktober

(via blog Bespoke)
via http://www.seeitmarket.com/october-stock-market-rollercoaster-ride-13798/


jaarcyclus

https://www.bespokepremium.com/think-big-blog/years-ending-in-five-and-other-patterns/
Om onduidelijke redenen zijn de jaren eindigend op 5 het beste geweest. ) en 1 kun je beter vermijden net als jaren eindigend op 7.

vierjaarscyclus

update 19 oktober 2011

In het plaatje zijn veel lijnen en ranges getekend.
In principe gaan de koersen in drie of vier trends omhoog: de eerste fase (AD) is het hardste omhoog, aangegeven met 1, de tweede fase (2) al minder omhoog (DF) en daarna komt de derde fase die nog minder omhoog is. Als er nog een vierde fase komt, kan deze sterker omhoog zijn (GH).

De fase FG had drie correcties in de vorige cyclus en duurde uitzonderlijk lang. Vooral de derde correctie was betrekkelijk groot.
Vanaf het hoogtepunt van de vorige cyclus, vooral vanaf J is de volatiliteit toegenomen. Dit lijkt structureel (the Great Moderation is voorbij).
In deze cyclus was AD, DE, EF veel heftiger dan in de vorige cyclus (en bijna alle cycli daarvoor).
In dat stramien zou kunnen passen dat de eerste correctie in de huidige cyclus c1 heftig was. De Coppock moet dan wel binnen een paar maanden stabiliseren en niet verder dalen.
Of we nu drie correcties krijgen is uiteraard onzeker, maar een tweede lijkt wel kansrijk, als men een normale lengte van de vierjaarscyclus veronderstelt. Als er een lange komt met hoogtepunt na de verkiezingen, dan lijkt een derde en misschien zelfs vierde correctie nog wel mogelijk.
In zo’n opnieuw extreem lange fase FG moet de ontwikkeling van de verwachte winsten een jaar vooruit betrekkelijk regelmatig stijgen, de economische groei ongeveer op trend zijn en het monetaire beleid zeer ruim.

Het lijkt nu erg op 1998 en toen kwalificeerden we de plotselinge val van de koersen als JL en het herstel daarna als AB.
In 1998 was de val ongeveer vergelijkbaar met nu, maar had toen wel plaats in een enorm sterk stijgende opwaartse trend (die van 1995-2000 van “the New Era”). Nu is de trend volgens ons ook sterk omhoog, maar wat minder dan toen. De afwijking van de trend zou dan nu minder groot zijn dan in 1998.

N.B. Als controle staat de waarde van de Coppockindicator ingetekend. Als deze omhoog buigt vanaf negatieve waarden dan zit je bijna altijd in AB. De Coppockindicator topt in de buurt van E en als de Coppockindicator onder 0 daalt is dat een sterke (niet onfeilbare) aanwijzing dat je in fase JL zit.



Update 3 april 2014
gecorrigeerd voor de sterk opgaande structurele trend

de verkiezingscyclus van de VS


Sinds 1955 is het derde jaar van de president van de VS altijd positief geweest voor aandelen. gemiddeld was de stijging 18,4%.
(ter vergelijking: het eerste jaar bracht gemiddeld 4,4% op, het tweede 5,4% en het laatste jaar 5,7% (tot 2008 was dit cijfer flink hoger))
Plaatje is van Yardeni, waar je kunt zien dat de huidige stijging vrij normaal was in de verkiezingscyclus in 2011. Daar hoort ook een pauze in de zomer bij.

Dit is de update van LDL (Kleintop http://www.businessinsider.com/kleintop-presidential-cycle-stock-chart-2012-12), waarbij je kunt zien dat de laatste zeven presidentscycli gemiddeld niet erg afweken van die van 2009/2012.


Een klein beetje andere jaren nemen en het resultaat is heel anders: in de eerste zeven kwartalen van de presidentscyclus verdiende je vroeger niets, pas door 2009 ziet alles er ineens mooi uit.

Juglarcyclus (7-12 jaar)
We zitten nog vooraan in de cyclus van de vaste investeringen. Het laatste dieptepunt was 2009. We zitten nog in de herstelase en moeten dit jaar in de expansiefase komen. De bezettingsgraad is nog veel te laag. Investeringen zijn nog lager dan de cashflow. We zitten nog ver verwijderd van de top.

Teun Draaisma van Morgan Stanley heeft de Juglarcyclus enigszins à la het Nieuwe Normaal geschetst.
De huidige cyclus gaat naar mijn mening niet zoals Draaisma schetst, het gaat veel beter. De reden hiervoor moet doorgaande winststijging worden bij een betrekkelijk lage inflatie en hoge werkloosheid.

Kondratieffcyclus (40-65 jaar)
Volgens ons zitten we wereldwijd in de voorspoedfase (zie eerste grafiek boven blog). De economische groei is wereldwijd ongeveer 5% en dat is zeer hoog. Naar verwachting van het IMF blijft de groei tot minstens 2015 hoog en naar onze verwachting tot minstens 2018.

De meeste aanhangers van de Kondratiefgolf plaatsen de economie in de winterfase sinds 2000, gezien de val van de aandelenkoersen en de grote schuldproblemen. Wij delen deze visie niet, omdat de wereld groter is dan de Europeriferie en vooral de groei van China en India belangrijk is voor de wereld (de pessimisten geloven dat Griekenland belangrijker is). Veel opkomende landfen hebben weinig schulden.

We zien veel meer productiviteitsgroei dan de consensus op basis van onze theorie van schuivende machten. Niet alleen de ICT-Revolutie zorgt voor hoge productiviteitsstijging, maar ook de opkomst van individuen als macht.
Productiviteitsstijging= stijging productiviteit human capital, fysiek kapitaal en verbetering van de efficiëntie (multifactorproductiviteit). Deze laatste factor is doorslaggevend: dit verklaart waarom in de VS de arbeidsproductiviteit plotseling veel harder ging stijgen, niet zo zeer door hogere investeringen in fysiek kapitaal. De ontbureaucratisering van India is de belangrijkste bron van groei in India.

2004/5=2010/11

Qua plek in de economische cyclus lijkt 2004/2005 erg op 2010/2011. De S&P500 en de AEX hebben een behoorlijk vergelijkbaar verloop.
De gelijkenis zal vermoedelijk snel breken, of heeft dat reeds gedaan.


(plaatje van the big picture op 20 februari 2011)
In 2005 ging om deze tijd de ISM flink naar beneden en dat lijkt nu niet te gebeuren. De verwachte bijstellingen van de winst en de hoogte van de voorspelde winst is nu veel beter.

2009=1907

Het plaatje van the Chartstore van Ron Griess laat het verband tussen de paniek van 1907 en 2009 en verder mooier zien dan wij in het eind van ons boek beschreven als mogelijk basisscenario voor het koersherstel vanaf 2009 (let wel, dat schreven we in mei 2009).
We nemen nu aan dat het verband verbroken is, omdat we nu wereldwijd in een voorspoedscenario blijven zitten (meer dan 4% groei per jaar wereldwijd) en in 1909 uit het voorspoedscenario naar het recessiescenario gingen.
Naschrift: het verband hield ook in 2010/11 aan.