Chartisten beginnen door het dolle heen te raken. Ja, misschien komt er nog een terugslag, maar eerst toch nog meer stijging. Vergelijking met het verleden geeft aan dat het omhoog moet. Vooral de presidentcyclus is stellig, maar ook het januari fenomeen en wat er gebeurt als in één maand de S&P500 met meer dan 5% stijgt. Gouden kruizen, doorbreking van weerstanden. Het geluk kan niet op bij de positieve chartisten. Zoals Yoda al zei, hij voelt de enorme kracht van FOMO, fear of missing out de hemelse stijgingen.
Ondertussen is de markt danig overbought en geven de meeste sentimentsindices waarschuwingen voor te veel greed. Zoals ik diverse posten geleden opmerkte, is het niet zo duidelijk of je al de witte vlag moet hijsen voor aanstormende bulls bij doorbreking van het 40-weeks gemiddelde. Vorig jaar stopte het in het voorjaar bij 3% boven dat 40-weeks gemiddelde bij de S&P500. Dat kan zo maar weer gebeuren.
Vooralsnog zie ik het meest gelijkenis met de periode 1946-1949, waarbij we nu ongeveer in 1948 zouden zitten. D.w.z. nog een tijd geen echte structurele stijging van de beurzen (met uitzondering van enkele Emerging Markets). Maar ook geen daling tot duidelijk onder de niveaus van oktober.
De macrocijfers vallen erg mee en daarom beginnen meer mensen te roepen dat het dieptepunt van de economische cyclus voorbij is. We zitten dan in de meest positieve fase van de vierjaarcyclus. Ter Veer noemde dat de AB-fase. Als je die mist, dan brengen aandelen weinig koersplezier. In het verleden zag ik die fase meestal wel redelijk goed aankomen. Nu zie ik dat nog niet. Ja eind september zag ik wel een omslag naar boven van de moeite waard, maar niet een enorme stijging. Daarvoor was het einde van een recessie nog te ver weg, was het monetaire beleid nog te streng en de winstbijstellingen begonnen pas maar net meer vaart te maken.
Op het ogenblik roept zo ongeveer iedereen dat de aandelenkoersen eerder keren dan de winstvoorspellingen. Maar dan moeten de winstvoorspellingen voor 2024 wel flink gaan verbeteren. Dat zou dan moeten gebeuren door forse saneringen bij bedrijven die de winstmarges weer doen herstellen en die geholpen worden door lagere rentes. Dat is nog niet echt goed gaande. De lange rente daalde, maar ik denk niet dat deze nog veel verder kan dalen zonder recessie. Recessie is niet langer in geprijsd. Dat is nu een extra risico geworden. Winsten moeten herstellen op daling van de werkloosheid en betere ISM's, PMI's. Hoogtepunten voor de beurs komen meestal met dieptepunten van de werkloosheid. Daar zitten we niet ver van af in de VS. Herstel van PMI's lijkt maar beperkt te kunnen worden voorlopig. Pricing power van veel bedrijven is verslechterd, nu de aanbodschok voorbij is en de voorraden te hoog. Hogere korte rentes. Allemaal slecht voor de winstmarge. Dat zie je nu terug in de toch wel tegenvallende winstontwikkeling van de bedrijven in de S&P500 in het vierde kwartaal 2022: ruim -5%. De winstbijstellingen gaan daarom in volle vaart naar beneden. Niet alleen voor 2023, maar ook voor 2024. Vanaf Q4 2023 ziet men wel enig winstherstel vanaf een dan lager niveau. Het risico zit er in mijn ogen in dat de winsten eerst harder dalen en dat het winstherstel pas in de tweede helft van 2024 komt. (Dit naast het permanente risico van een grote, onvoorspelbare schok, nu zo duidelijk met Oekraïne en Taiwan o.a.).
Na de ongelooflijk goede cijfers van de Amerikaanse arbeidsmarkt, zijn velen verbaasd over het optimistische verhaal van Powell (disinflatie is nog maar net begonnen etc.). Hij wist toch van het onverwachte herstel van de JOLTS (vacatures) en de enorme banengroei van januari?. Dat is toch een extra reden om te benadrukken dat de rente langer hoog moet blijven en dat de strijd tegen inflatie echt nog niet is gewonnen. Je ziet nu overalweer inflatieangst opsteken voor 2024.
De banengroeicijfers waren ongelooflijk veel beter dan verwacht en ondersteund door allerlei positieve herzieningen. De jaarlijkse bijstelling die na januari gebeurt, voegde 810.000 banen toe in het Household Survey, waardoor het zorgelijke verschil met het veel grotere Establishment Survey kleiner werd en de werkloosheid daalde in plaats van steeg volgens de consensus. Ook het aantal uitzendkrachten groeide sterk (wat de recente mooie koersstijging van Randstad minder verwonderlijk maakt). In de bouw neemt men nog steeds mensen aan (kan neerwaarts herzien worden). Het aantal tijdelijke banen stijgt, maar de gemiddelde duur van de werkweek steeg van 34,2 naar 34,7. D.w.z. inclusief de banengroei van 517.000 een enorme stijging van het aantal gewerkte uren. loongroei nam iets af, maar de vaart van de daling van de loonstijging is weg. Het blijft kennelijk voorlopig 4%+ en dat betekent verbetering van de verwachte koopkracht. Volgens Diane Swonk zit de banengroei alleen bij de kleinere bedrijven, de grote bedrijven ontslaan eerder. Ongeveer de helft van de nieuwe banen is in hoogwaardige nieuwe bedrijfjes, dat is veel beter dan normaal. Allemaal uitermate positief, in strijd met het verhaal dat de VS een recessie in aan het gaan is. Ook in strijd met de versnellende neerwaartse winstbijstellingen.
Normaal in zo'n situatie is dat men plotseling zuiniger wordt met mensen aannemen, dat men gaat reorganiseren. Daardoor stijgt de werkloosheid en is er daarna extra groei door herstel banengroei en investeringen door herstelde marges. Dat moet dus nog gebeuren en daarom lijkt het erop dat de komende recessie is uitgesteld, maar niet afgesteld (niet tweede kwartaal 2023 begin, maar misschien derde of vierde kwartaal 2023 of eerste kwartaal 2024).
Dus het zou goed kunnen dat men eerst positiever gaat worden over de winsten in 2023. Dan kan er een soort herhaling van 1987 komen. Meevallende winstgroei, zwakke dollar, sterk stijgende koersen zonder ondersteuning van de macro en dan ineens boem. Vooralsnog houd ik het op iets als 1948-1949, maar het 1987-scenario begint waarschijnlijker te worden.
Steeds meer goeroes beginnen te roepen dat de macro van de VS voor 2023 ongebruikelijk moeilijk te voorpellen is (bijvoorbeeld Druckenmiller). Dus nederigheid lijkt op zijn plaats: 2023 kan gemakkelijk totaal anders dan verwacht worden. Beter, maar ook slechter.