Sinds ik met pensioen ben heb ik de beleggingskaart niet meer geüpdatet. Luiheid en computerproblemen. De schets uit 2009 is vrijwel precies uitgekomen. Ik heb dar 0 eer voor ontvangen, op mijn werk wilden ze het niet meenemen in publicaties. Het was de beste voorspelling van de S&P500 in reële termen, maar toch, mijn denken in lange cycli was niet wat aan de klanten verkocht mocht worden. Daardoor is een motivatieprobleem ontstaan om de grafiek bij te werken.
De uiteindelijke top van het voorspoedscenario voor beleggers kwam niet in 2028 maar in 2021. We hadden in 2009 overigens gezegd dat de goede tijden tot minstens 2018 konden duren, maar dat wat langer heel goed kon. Toen ik in 2019 met pensioen ging zei ik bij mijn afscheidsseminar dat de komende jaren waarschijnlijk minder gunstig zouden worden voor beleggers, maar dat ten opzichte van 2009 een ding gunstiger was dan we toen voorzien hadden: de technologische vooruitgang. Internet heeft gezorgd voor een explosie van kennis en dat zou leiden tot meevallende ontwikkelingen in de technologie. Daarom zou in plaats van een neerwaartse trend in de reële S&P500 een horizontale trend voor nog enkele jaren, zeg 2024-2026 mogelijk zijn.
De trend in reële termen is beter geweest dan ik toen zei, we kwamen zo waar bijna precies uit bij het ingetekende hoogtepunt van de S&P500 eind 2021. Daarna is de trend nog niet omlaag, maar door de hogere inflatie is de reële trend toch zwakker geworden. We zijn nu zo'n 12% hoger dan in 2021, maar er was ook in totaal 12% inflatie. De trend is misschien nog steeds omhoog, maar niet meer zo ooi als van 2009-2021.
In 2009 hebben we zonnige tijden voorspeld voor de reële S&P500 vanwege het oeverloze pessimisme, de komst van enorm stimulerend monetair beleid en een gunstige stand van de machten BEGI (business, employees, government, individuals). Dat zou ongeveer zo'n toen jaar kunnen aanhouden en dan zouden de standen van de machten ongunstig veranderen voor beleggers.
Dat lijkt nu dus inderdaad te gebeuren. De macht van individuals wordt minder. Men ziet ze als elitaire salonsocialisten die het contact met de samenleving verloren hebben op zijn best. Een sterke positie van individuals betekende neoliberaal beleid met toenemende globalisatie, vrije concurrentie. Het bedrijfsleven werd geholpen via lagere belastingen. Er waren echter ook nadelen: toename ongelijkheid van inkomens en meer immigratie. Deze nadelen worden sinds enige jaren als veel belangrijker gezien dan de voordelen. Populisme komt op, met protectionisme en verzet tegen immigratie als belangrijkste gevolgen. Er is een enorme ontevredenheid ontstaan bij de kiezers en dat leidt uiteindelijk meestal tot een soort opstand en veel onzekerheid
Sinds 2021 is er een inflatieprobleem die voor verdere afkalving van de macht van individuen lijkt te gaan veroorzaken en een ruk naar extreem rechts (wel met veel linkse cadeautjes). Peronimse dreigt met een pot verterende overheid. Loonstijging die meer in de pas loopt met de productiviteit (nogal onzeker, omdat populisme dit niet wil, het bedrijfsleven moet geholpen worden) Een en ander is inflatoir, alleen maar verzacht door technologische vooruitgang, AI met name..
Meer inflatie, hogere belastingen om de overheid meer cadeautjes te laten geven, deglobalisering, het is allemaal slecht voor een mooie winstontwikkeling. Technologie redt op het ogenblik, maar of dat zo blijft...
De trend van de reële S&P500 gaat pas echt omlaag in een chaotisch neergangscenario. Dan vallen diverse negatieve ontwikkeli9ngen samen en daar weet men jarenlang geen goed antwoord op. Te denken valt aan uit de hand lopend protectionisme, instorting China, oorlog, klimaatrampen, enorme bezuinigingen overheden en waarschijnlijk nog andere zaken die men nu niet goed ziet. Zo ver is het nog niet, maar het zou wel eens dichterbij kunnen zijn dan men denkt (2026-2027?) . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten