25 februari 2018

Overpeinzingen: moeten de aandelenbeurzen nu al bang zijn voor een hogere rente?


Sinds ongeveer 1998 correleren aandelen en rente positief met elkaar. Daarvoor was dat andersom. Een hogere rente voor 1998 gaf een inflatieprobleem aan dat de FED ertoe verleidde de punchbowl weg te halen: te hoge inflatie was een bedreiging, zorgde voor een hoger recessierisico.
(plaatje Strategas voor kerninflatie waar FED vooral naar kijkt, deze inflatie is structureel lager dan de kerninflatie volgens de CPI)
Van ongeveer 1965 tot 1981 liep de inflatie enorm op. Daarna ging deze dalen totdat de (kern)inflatie weer laag was geworden rond 1998 en daarna behoorlijk stabiel bleef. Na 1998 was inflatie geen probleem meer voor de beurzen, economische groei werd het probleem. Hogere rente ging samen met hogere groei en daarmee betere beurzen.
Als dat verband tussen hogere rente en hogere beurzen nog steeds opgaat, dan hoef je je niet zo druk te maken over een hogere rente.

Pas als de rente inflatieproblemen signaleert, moet je dan oppassen. Dat zou pas het geval zijn bij 4-5% tienjaars rente in de VS volgens de historische data.
Credit Suisse is nog wat extra aan het rekenen geslagen en concludeert dat nu al bij 3,5% het verband tussen aandelen en rente negatief zou kunnen worden.

In 2018 zagen we veel vaker dan in de periode 1998-2017 dat bij dalende beurzen de rente steeg. Afgelopen week zagen we na publicatie van de notulen van de FED dat de rente omhoog schoot en de S&P duidelijk daalde.

Het lijkt erop dat de bordjes nu al verhangen zijn en dat bij rentes onder 3%. Dat zou niet zo best zijn, zie bijvoorbeeld http://theirrelevantinvestor.com/2018/02/22/when-stocks-and-bonds-fall/  . 2018 is anders.

 Boven 3% voorspellen goeroes zoals Gundlach dat de S&P gaat dalen. Loonstijging is dan te hoog (zo duidelijk stijgend dat de data dependent FED erop moet reageren) en dat betekent meer inflatie of lagere marges, beide moeten zorgen voor lagere koerswinstverhoudingen.

De inflatie stijgt en dat klopt volgens de economische groei. Die is aangetrokken in de VS en daar hoort 2,4% kerninflatie bij eind 2018. Dat is minder dan de recente trend van 2,9%, maar die is te hoog volgens de zeer stellige verwachtingen van bijvoorbeeld JP Morgan (inflatie zorgkosten slechts eenmalig hoger, kosten kleding eenmalig hoger door koud weer, het loopt wel los met die hogere importinflatie door de zwakke dollar, de hoge ISM non manufacturing gaat niet echt leiden tot hogere inflatie in de dienstensector, huurstijging stabiel, internet drukt inflatie steeds meer, de olieprijzen gaan dalen etc.).
Kerninflatie hoger dan 2,5% zou onverwacht hoog zijn en dat is volgens mij niet goed voor beurzen en zorgt voor hogere rentes dan 3%.

De barrière van 3% rente lijkt stevig. Daarop zou de rente heel goed kunnen afketsen. Veel beleggers zitten al gepositioneerd voor een hogere rente en hoeven de duratie niet terug te brengen. De stijging van de rente is al fors geweest en voor verdere stijging is nieuw slecht inflatienieuws nodig (hogere (core) CPI, PPI, dalende werkloosheid, meer loonstijging, hogere olieprijzen, hogere transportkosten, minder kortingsacties bij autoverkopen etc.).  Dat kan best even uitblijven, maar op jaarbasis wordt de inflatievergelijking snel slechter als de enorme prijzenslag bij telecommunicatie vorig jaar eruit loopt.

En wat is mijn eindoordeel? Rentes boven 3% voor de tienjaarsrente in de VS zullen waarschijnlijk slecht zijn voor de beurzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten