12 juni 2016

samenvatting financieel economisch nieuws van de afgelopen week

Aandelen begonnen deze week zonder belangrijk economisch nieuws in de VS aan een mysterieuze opmars, veelal verklaard als een soort “Hillary bounce “ in de kansen op haar presidentschap. Fundamenteel ziet men eindelijk weer winstgroei in de VS (en het VK!) en minder druk op de economische groei door de financial conditions en meer fiscale stimulering. De handelscijfers van China waren beter dan verwacht (vooral import). De producentenprijzen daalden opnieuw minder hard. China zorgt weer voor groei in de wereld.

Op vrijdag werden alle stijgingen meer dan teniet gedaan door naar men zegt vooral brexitangsten. Dat is iets Europees, Wall Street laat zich er nauwelijks door van de wijs brengen. Deze leiden vooral tot nieuwe historische dieptepunten voor de rente in  steeds meer landen. Dat leidt dan weer tot nieuwe onheilspellende verhalen over Secular Stagnation als te optimistisch scenario voor de komende misschien wel vijfhonderd jaar (zoals Batra tien jaar geleden al wist en in lijn met de voorspellingen van Armstrong).

Brexitangsten horen nu de kop op te steken met af en toe polls waarin het leave kamp hoger scoort dan remain. Het pond had desondanks een (korte) opleving vlak na een artikel in de FT dat voor 2020 er nog geen echte brexit kan zijn ook al stemt men hiervoor op 23 juni. De hogere kans op brexit vrijdag zorgde toch weer voor een zwakker pond.  De wedkantoren en de best geachte goeroes vinden de brexitkans voorlopig nog steeds klein (24 tot 35%). Ik denk dat leave heel dicht bij 50% van de stemmen gaat krijgen, ik zou niet langer verbaasd zijn (door de klungelige slechts op vrees gebaseerde campagne van het remain kamp en de mokerslag van 333.000 migranten vorig jaar in plaats van de beloofde < 100.000) als het iets meer wordt dan 50%. Het Europees kampioenschap voetballen zou wel eens de doorslag kunnen geven (ongeregeldheden, terreuraanslagen, prestaties Engels team).

De vlakker wordende rentecurve is een van de betrouwbaarste leading indicators voor lagere groei (maar ook voor meer loongroei). Zoals echt altijd (in mijn dikke veertigjarige ervaring met financiële makten) roept men this time is different: de vervlakking van de rentecurve komt door technische reacties op hoger wordende korte rente in de VS versus buitensporige QE in Japan en de eurozone.
De ECB begon met het opkopen van bedrijfsleningen en dit veroorzaakt ook daar negatieve rentes (maar ook veel nieuwe emissies van bedrijfsleningen). Negatieve rentes zijn tot op heden uitermate besmettelijk.

 Voor het eerst schijnt een bank (de Commerzbank) serieus aan het bekijken te zijn of het opslaan van bankbiljetten in de kluis beter is dan het betalen van een negatieve rente aan de ECB. DeLa Rue kan zich opmaken voor grote orders voor het drukken van 500 eurobiljetten denk ik.

Het weinige economische nieuws was veelal positief. Er waren positieve berichten over de Amerikaanse arbeidsmarkt: jolts (vacatures) op een hoogtepunt, de werkenden vinden weer beter betalende banen/ maken vaker promotie, initial claims voor werkloosheid werden weer lager en het aantal aangekondigde ontslagen van grote bedrijven nam af. Pessimisten zien in de daling van Yellens Labor Conditions Index echter een nieuw serieus voorteken dat Amerika zo in een recessie zal zitten. De meest logische uitleg is dat de groei van de werkgelegenheid inderdaad lager zal blijven dan de 200.000 van de afgelopen jaren, maar nog wel boven de ongeveer 100.000 die nodig is voor een gelijk blijvende werkloosheid en dat de inkomensgroei hetzelfde zal blijven/iets kan verbeteren door meer loongroei via enig herstel van de productiviteitsgroei.
Er komt meer vertrouwen in een sterker wordende huizenmarkt door meer verkopen, record lage hypotheekrente. Het flow of fund rapport van de FED gaf aan dat de Amerikanen nog nooit zo rijk zijn geweest in reële termen. De MEW, mortgage equity withdrawal, daalde weer iets, wat de iets tegenvallende groei van de consumptie in het eerste kwartaal mede verklaart.

In Europa lieten de cijfers over april een groeiende industriële productie zien in o.a. Frankrijk en Duitsland. Nieuwe Duitse orders daalden echter.

De olieprijs moest vrijdag iets terug. Eerder was er stijging door o.a. meer vraag in India (meevallende groei, positief thema The Next India), dalende olievoorraden in de VS en het bijna lamleggen van de Nigeriaanse olieproductie door de Niger Delta Avengers, maar nu gaat de regering met hen praten. Business as usual komt geleidelijk terug in het Canadese Fort McMurray (BMO vestiging daar bijvoorbeeld weer open). Sommige schalieproducenten voeren, nu de olieprijs weer $50 is, de productie op via het in productie brengen van nog niet producerende reeds aangeboorde bronnen, maar pas bij $60 willen ze weer naar nieuwe bronnen boren. De olieprijs is een speelbal van de futureshandelaren die voor 15 keer zo veel handel zorgen als de fysieke handel in olie volgens Bianco (was zes keer in 2009).


De FED gaat komende week vergaderen. Men zal de rente volgens de markt gegarandeerd niet gaan verhogen, maar men denkt wel dat Yellen op de persconferentie de zeer laag geworden ingeprijsde kans op renteverhoging omhoog wil praten. De markt acht renteverhoging voor december bijna uitgesloten, ook al zal Yellen af en toe de markt bang maken voor eerdere verhogingen als het economisch nieuws goed is en de financial conditions (lees S&P > 2150, liefst > 2250) het toelaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten