29 november 2012

Woody Brock en Ter Veer en de lange termijn voor China

Het afgelopen jaar is er een niet aflatende stroom van negatieve verhalen over China op de wat langere termijn. Het standaardverhaal is dat China tot in de hemel doorgroeit en voor 2020 een grotere economie in dollars gemeten zal hebben dan de VS, de wat meer pessimistsich ingestelde lieden zien dat pas rond 2027 gebeuren. Een jaar tegenvallende groei in China en al die jubelverhalen zijn om aan het slaan. Curieus is dat op het ogenblik de twijfel aan de zachte landing van de Chinese economie als sneeuw voor de zon aan het verdwijnen is, maar dat dit de stroom negatieve verhalen voor de lange termijn niet stopt.

Gisteren was ook Woody Brock pessimistisch over de vooruitzichten van China. Een centraal geleide economie die groeit met veel infrastructuurinvesteringen, dat lukt zelfs met een tamelijk corrupt systeem. In de eerste fase van ontwikkeling kon je groei forceren met infrastructuur, maar raak bouwen etc. Of je corrupt was ja of nee, dat was niet belangrijk.

Maar nu China rijker begint te worden, zal het moeilijker worden om hard te groeien als het juridisch stelsel niet aanzienlijk verbetert (Frazer institute: de allerbelangrijkste factor die de groei van een land bepaalt is de kwaliteit van het juridische systeem).

Juist aan China kun je zien hoe belangrijk het is dat de overheid de juiste prikkels geeft. Deng kreeg de groei van China op gang door zijn beroemde woorden: zhìfù guāngróng (it is glorious to be rich), rijkdom (geld, kennis, goede relaties etc) brengt glorie.

Power corrupts, absolute power corrupts absolutely
D.w.z. voor echte verdere vooruitgang moet de partij weg, niet meer alles te zeggen hebben. Of je moet Hongkong met zijn betere Britse rechtssysteem de rest van het mainland laten annexeren.

De zorgen over China zijn breed gedragen omdat China moet overschakelen van een export/investeringseconomie met een overschot aan arbeid naar een consumptie- economie waar arbeid schaarser wordt (China gaat voorbij Lewis Turning Point een deze jaren). Deze middle income trap is maar door weinig Emerging Markets omzeild, maar juist de landen rond China lukte dit (Japan, Zuid Korea, Hongkong, Singapore).

China zit in een minder goede positie omdat de machtsposities zoals wij beschrijven in ons boek (B(bedrijfsleven), E (Employees), G (Government) en I (individuals) haast niet kunnen schuiven. De tijdgeest corrigeert dan niet de excessen en de politiek grijpt niet op tijd in tenzij je een squeeky clean government hebt zoals in Singapore. Die communistische partij is heel goed geweest om de welvaart te laten groeien naar middle income, maar echt aansluiting bij de welvaart van het Westen wordt door dit gebrek aan politieke flexibiliteit verhinderd volgens Ter Veer (overigens is door circulatie binnen de communistische partij de flexibiliteit wel toegenomen)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten