21 juni 2010

China revalueert: goed voor Azië, slecht voor Amerika?


Het besluit van China dat de yuan geleidelijk sterker mag worden tegen de dollar domineerde het financiële nieuws vandaag.

De Aziatische beurzen gingen flink omhoog. Vooral China/Hongkong. Men zag het als een teken dat China het wereldherstel voldoende solide beoordeelde en dat China echt streeft naar een hogere groei van de consumptie. Men zag het ook als een teken dat het monetaire beleid niet meer verkrapt zou worden. Inflatie van o.a. voedselprijzen zou je zo drukken, waardoor de inflatie beneden 4% zou kunnen blijven in China (hoogtepunt rond augustus). Ook zag men het gevaar van protectionisme duidelijk afnemen. De groei van de valutareserves van China, onontbeerlijk voor de groei van de wereldliquiditeit, zag men niet veel afnemen, omdat hot money echt nog wel naar China blijft stromen. Grondstoffenprijzen gingen omhoog vanwege het vertrouwen van China in economische groei (grondstoffenprijzen correleren heel erg tegenwoordig met de beurs van China).

Europa nam de stijging van Azië gematigd over. Men zag een sterkere yuan als een teken dat China niet zo bang is voor een veel verder dalende euro.

De VS opende positief op de stijgingen in Azië en Europa, maar eindigde de dag in de min. Bij nader inzien zag men de rente hierdoor behoorlijk stijgen in de VS en men zag weinig extra stimulans voor groei in de VS. De Amerikaanse beurs was ook wat overbought geraakt en daarom is een reactie niet zo raar. Het economische nieuws was matig, men was bang geworden door de grote daling van de ECRI-index (als die daling doorzet moet ik overigens mijn verwachte groei voor de VS naar beneden bijstellen; ik verwacht overigens weer stijging door dalende initial claims werkloosheid, hogere grondstoffenprijzen etc).

Bijgevoegd is het plaatje van Ted Scott over welke beurzen het het beste deden in de vorige periode dat de yuan revalueerde. Dat klopt met de beurs van vandaag: slecht voor de VS, goed voor Azië.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten