26 juli 2015

samenvatting financieel economisch nieuws van de afgelopen week

De grondstoffenprijzen zetten hun daling voort, de hypothese testend of de olieprijs het 1986 scenario volgt. Een en ander begint er meer uit te zien als een 1995-2000 scenario, met goede tijden in het Westen en problematische tijden voor Emerging Markets, de grondstoffenlanden in het bijzonder. De zwakke euro en yen vragen hun tol voor de export van Emerging Markets. De sterke dollar blijft dan slecht nieuws voor de Emerging Markets, ook via lagere grondstoffenprijzen, maar goed nieuws voor Europa en Japan.
Ondertussen is het winstseizoen in de VS al weer over het hoogtepunt heen. De omzetgroei was enigszins tegenvallend en zette de koers van Apple onder druk, terwijl de grondstoffen gerelateerde aandelen er als een dweil bijliggen. Ook Caterpillar daalt gestaag verder onder $80 na grootscheepse inkopen van eigen aandelen boven $100. De winsten overtroffen de naar beneden bijgestelde verwachtingen zoals vrijwel elk kwartaal gebeurt.

De euforie over Griekenland en het beteugelen van de beurscrash in China is weg aan het ebben en de angst over wat de FED gaat doen is weer aan het opborrelen. Het gaat natuurlijk goed genoeg in de VS om de noodrente van 0% naar het verleden te verwijzen, maar de Amerikaanse beurs kan moeilijk zonder extra QE, zo lijkt de zijwaartse beweging van de koersen sinds de FED niet meer bijkoopt te suggereren. Die zijwaartse beweging is natuurlijk wel in lijn met de winstontwikkeling die zwaar is getroffen door de dalende winstverwachtingen in de energie- en grondstoffensector (materials).  De ellende lijkt daar nog niet voorbij en nu moet een beperkt aantal sectoren de beurs redden  (gezondheidszorg, financials en selectief technologie), al lijken de consumer durables en non durables door de lagere grondstoffenprijzen ook weer wat extra vaart te krijgen.

Het financial stability argument om de rente te verhogen krijgt steeds meer ammunitie. Van alle kanten wordt ineens onderschreven dat je beter op korte termijn de rente kunt verhogen, omdat je dan minder risico loopt dat je daarna de rente te veel moet verhogen, zoals na 1966. Het deflatierisico lijkt te zijn verdwenen. In Amerika door de stijgende huren en andere dienstenprijzen, in Europa door het economische herstel. Ondertussen prijst de futuresmarkt nog steeds aanzienlijk lagere rentes in dan de FED voorspelt. Zelfs de large speculators geloven nu in een dalende Amerikaanse 10-jaars rente (vaak een contrair signaal overigens).

De Bank of England laat steeds luider horen dat zij de rente gaan verhogen, vorige week in hun notulen.
Kuroda zegt niet met nieuwe QE op de proppen te komen. Met de nieuwe graadmeter voor kerninflatie, zonder olie en met hoger gewicht van diensten voor ouderen, lijkt de kerninflatie hoger.

In de VS daalden de initial claims tot het laagste punt sinds 1973 en gecorrigeerd voor de omvang van de beroepsbevolking tot een all time low. Het nieuws van de huizenmarkt was gemegd. Slechtere verkopen nieuwe huizen en betere voor bestaande huizen. De Chicago FED National Activity Index werd weer positief, groei boven potentie signalerend, maar nog geen echte inflatiedruk. De leading indicators stegen 0,6%, terwijl 0,4% was verwacht. Na de 0,8% van de maand ervoor een strek cijfer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten