20 februari 2010

En nog is de wereld niet verloren?

Dat is de boodschap van het Poolse volkslied. Deze wijsheid is niet besteed aan de meeste voorspellers van de wereldeconomie.
Ondanks het krachtige economische herstel in de wereld sinds half 2009 is de stroom aan negatieve verhalen over de toekomst alleen maar groter geworden. Vrijwel niemand gelooft nog in goede groei. Dat niemand, is natuurlijk niet waar. Het geldt alleen voor de meeste westerse landen en in het bijzonder de vermogensbeheerders van de grote institutionele beleggers in o.a. Nederland.
De gemiddelde wereldburger zal heel anders reageren: de meeste mensen wonen in landen waar de groei dit en volgend jaar meer dan 5% is, zelfs vaak eerder 10% (China, India, Indonesië, Rusland, Brazilië, Vietnam etc.).
In de post hierna geef ik aan hoe belangrijk het is dat de rente op overheiddschulden laag is (laag tegenover de groei van het nominale nationale inkomen). De vijfjaarsrente, de looptijd waartegen het bedrijfsleven zich vaak financiert, is buitengewoon laag in de westerse landen. De 30jaars hypotheekrente staat in de VS op bijna het laagst niveau ooit. De lage rente is dus iets wat enorm helpt, een reden voor optimisme voor de toekomst.
De duurzaamheid van het economische herstel wordt niet alleen bevorderd door de lage rente (vooral ook het feit dat de lange rente veel hoger is dan de korte geeft aan dat er weinig kans is op een recessie in het komend jaar) maar ook is de stijging van de productiviteit in vele landen (waarbij vooral ook de VS) heel hoog en meestal genoeg voor een duurzaam herstel.
Men is veel te pessimistisch over de investeringen, vooral de vervangingsinvesteringen en die in technologie zullen fors gaan aantrekken. In de VS is de huizensector door het dieptepunt heen dat helpt de investeringen ook (alleen de problemen met commercieel onroerend goed zijn nog niet over de top, alhoewel de voortekenen gunstig zijn dat dit niet erg lang meer zal duren). Strengheid met kredieten is nauwelijks nog een rem op de investeringsgroei.
Verder geloof ik in Bastiat: je kunt je euro maar een keer uitgeven. Dat de overheid in de komende jaren minder gaat uitgeven, hoeft niet erg te zijn als dat maar vervangen wordt door investeringen (ook in infrastructuur). De doorwerking hiervan (multiplier) is hoger dan die van overheidsuitgaven ex infrastructuur/onderwijs, dus zo rouwig hoeven we niet te zijn over wat beter ingehouden overheidsuitgaven.
Enigszins problematisch is hoe je de actieve aankopen van leningen door centrale banken moet beoordelen. De extra stimulering die hierdoor ontstaat is heilzaam (al was het maar door de extra winst die centrale banken hierdoor maken zo lang ze de korte rente laag kunnen houden) en een extra van onduidelijke kracht, omdat het nieuw is voor deze crisis en in tegenstelling tot andere keren als het uitgeprobeerd is door bananenrepubliken nu wel kan werken door de deze ker zeer geringe inflatoire werking.

Dat wijst er allemaal op dat het herstel van de diepe crisis vrij sterk kan zijn, alhoewel minder sterk dan normaal vanwege een steeds toenmende indoctrinatie dat men meer moet sparen, overheden de belastingen zo veel mogelijk moeten verhogen en men pessimistisch moet blijven over de toekomst. Dat maakt het herstel van het consumentenvertrouwen een moeizame zaak en dat hindert de groei van de consumptie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten