11 februari 2010

China regeert de kapitaalmarkten





De groei in China blijft verbazen. Ik dacht eerst dat China tijdelijk het stokje van de VS had overgenomen als het land waar de meeste auto's verkocht worden. Als in de VS niet de magere ongeveer 11 miljoen auto's op jaarbasis verkocht worden maar de normale 17 miljoen (volgens de demografie + wat naar sloop gaat), dan dacht ik dat de VS weer even boven China uit kon komen. Dat is dus niet genoeg meer. China koopt nu 1,7 miljoen auto's per maand, ofwel ongeveer 20 miljoen op jaarbasis. In één jaar tijd zijn de verkopen met 126% toegenomen (ondanks een 7,5% extra belasting op auto's) en de productie met 146% (zie plaatje Yardeni).
De kredietgroei die in het westen negatief is bedraagt ongeveer 30% in China. Dat moet dus wat afzwakken (zie plaatje Natixis).
Maar men kan de kredietgroei niet echt laag krijgen als de nominale groei van het BNP zo veel hoger is dan de rente (zie plaatje Natixis). Ondanks die ogenschijnlijk veel te lage rente maakt China vooruitgang met de inflatie (de stijging van het nominale BNP neemt af terwijl de reële groei torenhoog blijft; hiervoor is de stijging van voedselprijzen erg belangrijk; het meevallend inflatiecijfers vandaag voor China kwam hierdoor). (N.B. deze politiek van een veel te lage rente en veel te sterke valuta is niet uitgevonden door China. Na 1950 volgde West Duitsland met vergelijkbaar succes ook deze politiek).
Het stringenter worden van de Chinese monetaire politiek is al zichtbaar in de groei van de valuatreserves: die flinke afzwakking was moeilijk te verteren kennelijk voor de kapitaalmarkten (zie plaatje Natixis).
China volgt een economische politiek van "shock and awe".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten