14 juli 2012

De Amerikaanse droom (1) is er meer op inkomen dan vermogen

In de New York Times stonden een paar artikelen hoe het met de Amerikaanse droom staat qua inkomen en vermogen. ( http://economix.blogs.nytimes.com/2012/07/11/only-half-of-americans-exceed-parents-wealth/ Only Half of Americans Exceed Parents’ Wealth door CATHERINE RAMPELL ).
Haar hoofdconclusie op basis van uitgebreide onderzoeken door PEW sinds 1968 met het zwaartepunt de vermogenstoets uit 1984 en die van de kinderen na 2000 (gecorrigeerd voor leeftijd etc, alles voor inflatie gecorrigeerd):

1. bijna in elk gezin in de VS (84%) verdienen de kinderen meer dan de ouders vroeger.
2. ongeveer de helft van de gezinnen nu zijn (na inflatie)  niet rijker dan hun ouders
3. als je ouders weinig verdienden is de kans klein dat je als kind veel gaat verdienen en andersom: als kind van veelverdiener(s) wordt je niet snel een weinigverdiener.
4. Zeker qua inkomen is er behoorlijk wat mobiliteit: de kans om het als kind veel beter te krijgen dan je ouders is heel behoorlijk.



De laatste onderzoeken zijn uit 2010 en zeggen natuurlijk nog niets of de kinderen nu straks meer gaan verdienen dan hun ouders. Maar de cijfers van de vorige generatie zijn geruststellend. Uit de (andere landelijke) statistieken bleek dat het mediane inkomen al deceniia niet aan het stijgen is. D.w.z. de American Dream leek voorbij. Zo erg lijkt het dus niet te zijn: qua inkomen is men er per gezin wel degelijk flink op vooruit gegaan. Dit komt o.a. door meer tweeverdieners en meer deeltijdwerk (alhoewel die invloeden lang niet zo sterk zijn als in Nederland).
Alle quintielen zijn meer gaan verdienen. De hoogste inkomens stegen het hardste, maar ook de inkomens van de lage inkomensquartielen stegen flink.

Het plaatje hierboven laat de doorstroming zien. Die is niet 20% per quintiel zoals de American Dream suggereert, maar je ziet hogere kansen dat ouders arm/ kinderen weinigverdiener doorzet en ouders veelverdiener/ kinderen ook doorzet. De verschillen zijn overigens niet heel erg groot. Op grond hiervan kun je niet zeggen dat er iets zwaar mis is met de inkomensverdeling in de VS. Ten dele komt dit omdat de rijkste 1% niet onderzocht is (te weinig waarnemingen denk ik).

Qua vermogen liggen de zaken anders. Sinds 1984 is het niet goed gegaan met de vermogensontwikkeling van het doorsneegezin in de VS. Men is gemiddeld na inflatie niet rijker geworden. Ook de verdeling is slechter geworden: de armen werden armer en de rijken rijker.
De doorstroming was vergelijkbaar met de doorstroming van de inkomens.
De cijfers geven aan dat de vermogensontwikkeling is achtergebleven bij die van de inkomens. Woody Brock vindt dat dit constant hoort te zijn op lange termijn, ik denk dat er in de tijd een langzame stijging mogelijk is als men meer schuld kan maken ten opzichte van het inkomen en de kapitaalmarkten sneller, meer liquide worden (aan die laatste voorwaarden is beslist niet voldaan sinds de kredietcrisis, maar met een beetje geduld houdt dat deleveragen eens op en weet men op de kapitaalmarkt weer wat de risico's ongeveer zijn en dan keert de liquiditeit en snelheid weer terug; nu zijn hele delen van de kredietmarkt erg illiquide).
Hoe dan ook, de achterblijvende vermogensontwikkeling bij het inkomen lijkt wel degelijk aan te geven dat de vermogens te laag gewaardeerd zijn, d.w.z. stijging van de huizenprijzen en aandelenkoersen is in aantocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten