17 december 2011

VOC in de 17de eeuw en 1672 en mijn huis


Bovenstaand plaatje geeft ongeveer het koersverloop van het aandeel VOC in Amsterdam weer in de 17de eeuw.
Per saldo gaat de koers van het aandeel VOC stevig omhoog in de 17de eeuw. De eerste grote sterugslag komt in 1672. Lodewijk Petram beschrijft in zijn boek "De bakermat van de beurs" o.a. hoe het mis ging in 1672. In 1671 ging het fantastisch met de VOC met een uitkering van 60 aan dividend en dan is de koers op de top 566. Die koers was zelfs laag te noemen, meestal nam men (in de 18de eeuw) wel genoegen met een dividend dat lager was dan 5% van de beurskoers.

In 1672 ging het flink mis (het was tenslotte het rampjaar met oologen aan aalle kanten van de Zeven Provinciën) en ging de koers met de helft omlaag. Omdat er zo veel gespeculeerd was via termijncontracten had men heel wat moeite de verplichtingen na te komen. Men probeerde onder een en ander uit te komen door aan te vechten als er sprake was geweest van naked selling.
Deurwaarders had het druk met het doen van insinuaties aan wanbetalers.
De val van de koersen duurde maar heel kort. De vertrouwenscrisis was al voorbij voor het rampjaar was afgelopen. In juli stond de koers van VOC slechts 290, maar in november 1672 was er weer 30% bijgekomen op 375. Maar de angst zat er wel goed in. Men had gemerkt dat je plotseling niet meer van je aandelen kon afkomen in tijden van crisis. De termijnmarkt was ingestort. Men had zich toch niet zo goed ingedekt tegen dalende koersen als men dacht, omdat termijncontracten ter dekking van andere speculaties plotseling niet te innen waren (en dat leidde tot insinuaties).

De aandelencrisis van 1672 was overigens niets vergeleken bij de tulpenbollencrisis van 1637.

In 1672 ging het ook fout met de speculanten in onroerend goed. De heer Centen had in 1672 de grond gekocht om er mijn huis en dat van de buren te bouwen. Hij moest voor de grond van mijn huis 300 gulden betalen, maar dat lukte ineens niet meer. Mijn huis werd daarom pas in 1680 gebouwd door een timmerman die het even later voor 2000 gulden verkocht. De waarde van het huis steeg daarna vrij snel tot ongeveer 6500 gulden rond 1730 om daarna voor eeuwen te gaan dalen. Met kerstmis 1926 brandde het af en werd het nauwelijks opgeknapt. In het gemeentearchief zit een ansichtkaart van mijn huis met de tekst (samen met mijn buren): huizen waar de politie veel mee had te stellen. Pas in 1975 werd het huis helemaal gerestaureerd (voor 250.000 gulden) en verkocht voor 505.000 gulden in 1978. Die eigenaar verkocht het in 1982 aan mij voor 217.000 gulden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten