15 mei 2015

Spaarschok brengt Amerika op rand van recessie


Na de bedroevende cijfers van de detailhandelsverkopen en de nieuwe daling van de industriële productie is het duidelijk: de Amerikaanse economie balanceert op het randje van de recessie.
Het is een groot raadsel: de Amerikaanse consument koopt niet meer dan hij eigenlijk kan besteden. Shop until you drop. Maak gebruik van je teflon coated credit card. Onderschat de spilziekte van de Amerikaanse consument niet, dat is wat je steeds voorgehouden werd bij het voorspellen van de Amerikaanse groei.
En nu, terwijl de olieprijzen gedaald zijn, de lonen gestegen zijn, de werkgelegenheid is gegroeid en het consumentenvertrouwen stijgt, vallen de detailhandelsverkopen maand na maand flink tegen. Lagere benzineprijzen, daar profiteren de lagere inkomens relatief veel van en die kunnen helemaal niet sparen was de veronderstelling.
Ik denk dat de val van de olieprijzen een schok heeft veroorzaakt waardoor men ineens al die verhalen over secular stagnation veel meer ging geloven: de Amerikaanse consument ziet de rente ineens als permanent laag en ziet dat zijn beleggingen straks geen inkomen (lage rente, laag dividendrendement) gaan geven na het pensioen. Men gelooft niet meer dat de FED naar een normaal neutraal niveau gaat verhogen van 3,75% in 2018. Zijn beleggingen zijn niet toereikend om met een financieel onbekommerd  pensioen te gaan. Hij moet meer gaan sparen. Hij doet dit ook en kan het, want de participatiegraad van de grote spaarders (45+) is toe aan het nemen.  Al dat doorwerken tot op hogere leeftijd zorgt voor meer sparen, grotendeels gedwongen.
De lagere benzineprijs en langer doorwerken maken het mogelijk om pijnloos (zonder consumptieoffer) meer te sparen. Dat doet men dan maar, zo geschrokken dat een pensioen zo buiten bereik aan het raken is.

In de eurozone heb je die schok ook gehad: de lagere olieprijs zorgde voor een deflatoire schok die de ECB op een permanent lage rente zou houden, wie weet wel dertig jaar onder 0. De eerste renteverhoging van de ECB werd in sneltreinvaart naar de toekomst uitgeprijsd: niet na een à twee jaar maar naar minstens vijf jaar of tien jaar.

Na 20 april is men een beetje terug aan het komen van die paniek. De olieprijs stijgt weer, de FED spreekt over renteverhogingen, ook al zullen deze langzamer gaan dan vroeger. In de eurozone valt voor de verandering de groei mee. Geen enorme groei, maar beter dan we in jaren gezien hebben. 0,3% groei in Italië over het eerste kwartaal. Dat is meer dan 1% op jaarbasis. WOW!

In de VS zit men onverwachts op het randje van een recessie: negatieve groei in het eerste kwartaal en groei die heel dicht bij 0 ligt in het tweede kwartaal. Voor een recessie kijkt men in de VS naar vier economische indicatoren: de groei van de industriële productie (dicht bij 0), de detailhandelsverkopen (dicht bij 0), de reële inkomensontwikkeling (heel kleine plus) en groei van de werkgelegenheid (degelijke plus). Twee van de vier indicatoren dreigen negatief te worden. Is dat genoeg voor een recessie? Nog niet, maar als er wat meer inflatie komt, dan kan de reële inkomensgroei en reële groei detailhandelsverkopen negatief worden en dan zou dat wel eens genoeg kunnen zijn om een recessie te zien. Men werkt langer door om meer te kunnen sparen, maar beslist niet om minder te gaan uitgeven. Verdere verlaging van de rente door de FED/ meer QE maakt in de huidige omstandigheden een verdere stijging van de besparingen noodzakelijk.

Amerika is toe aan een stimulerend beleid van meer infrastructuurinvesteringen en een hogere korte rente.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten