28 december 2011

Robert Shillers reële huizenprijs in de VS geeft te somber beeld


De beren voor de huizenprijzen in de VS komen vaak met bovenstaande grafiek aanzetten. De prijzen voor huizen gecorrigeerd voor inflatie en omvang is tamelijk constant geweest in de VS. In reële termen zijn de huizenprijzen in de VS weinig gestegen sinds 1900.
Het plaatje (en Shiller voorop) suggereert dat de huizenprijzen niet voor inflatie gecorrigeerd horen te stijgen.
Dat is natuurlijk klinkklare klets. Huizenprijzen horen met de inkomens te stijgen, tenzij er geen schaarste is. In grote delen van de VS is er inderdaad geen schaarste, maar in de stedelijke gebieden is er vaak wel schaarste. Niet zo nijpend als in Europa, waar iedereen veel meer op een kluitje woont dan in de VS. Maar ook in de VS raken steeds meer gebieden vol. Voor ongeveer 1/3 tot 1/2 van de huizen in de VS geldt dat ze in een gebied staan waar huizen schaarser worden vanwege de verstedelijking en de stijgende bevolking van de VS. In dat soort gebieden horen de huizenprijzen dus met de inkomens te stijgen.
De laatste decennia hoorden de huizenprijzennog harder te stijgen, omdat de hypotheekrente daalde, men gemakkelijker een hypotheek kon krijgen en gezinnen steeds vaker bestonden uit tweeverdienersgezinnen. Hypotheken zijn nu veel moeilijker te krijgen dan rond 2000, maar wel gemakkelijker dan rond bijvoorbeeld voor 1980.
Huizenprijzen in reële termen horen inclusief de veel lagere hypotheekrennte, de toegenomen schaarste in sommige gebieden en het gestegen aantal tweeverdieners veel en veel hoger te staan dan rond 1980 of 1990. Dit is op het ogenblik niet het geval. Huizen zijn spotgoedkoop in vele delen van de VS (niet overal).

1 opmerking: