6 maart 2014

Kost een ongelijke inkomensverdeling groei?


Onder rechtse politici en veel economen heerst een diep geworteld geloof dat een te gelijke inkomensverdeling veel groei koste en hoe ongelijker des te meer groei. Het artikel Inequality v growth: Up to a point, redistributing income to fight inequality can lift growth in een blogpost van The Economist van 1 maart 2014  gaat hier op in.

Zelfs als een ongelijkere inkomensverdeling meer groei produceert, kan het te onrechtvaardig zijn en zo zorgen voor minder nut dan een meer gelijke inkomensverdeling.

Het communisme heeft laten zien dat een gelijkere inkomensverdeling tot minder economische groei heeft geleid. Een te gelijke inkomensverdeling zorgt voor te weinig prikkels om te innoveren, te vernieuwen en voor te weinig risico nemen, te weinig ondernemingszin. Maar nu zitten we in een situatie dat zo veel naar de hoogste inkomens gaat, dat de economische groei onevenwichtig wordt. De rijken consumeren minder van hun inkomen en investeren en sparen meer. Vooral in China heeft dit tot grote problemen geleid. In 2008 moest de regering kiezen wat te doen met de hoge besparingen van de bevolking toen de groei terugviel: meer uit laten geven aan investeringen (en zo de spaarquote onveranderd hoog houdend) of de spaarquote terugbrengen (=meer consumptie). Men koos verkeerd. Nu probeert men dit recht te zetten door de veel te hoge investeringen nu wel in te ruilen voor meer consumptie. Dit zal alleen lukken met betere sociale voorzieningen waar vooral de lagere inkomens van profiteren. Dat is de enige manier om op een evenwichtige manier meer welvaart te krijgen in China. Doorgaan op het pad van steeds meer investeren en sparen zal leiden tot bubbels en steeds meer slechte investeringen.

In de VS heeft Dani Rodrik betoogd dat te lage inkomens tot lagere productiviteit kan leiden en tot gezondheidsproblemen die indirect ook tot verlies aan productiviteit leiden. Het vertrouwen van vooral de consument kan uiteindelijk te veel schade oplopen en daardoor de groei belemmeren.

In India schreef Rajan dat herverdeling van inkomens vaak stukliep op te veel krediet laten verstrekken aan de lagere inkomens. D.w.z. het is goed, maar let op de schuldengroei (zoals je kunt verwachten dat een monetair econoom zegt). Cynamon en Fazzari stellen voor de VS hetzelfde: laag inkomen is (tot 2008) te veel met schuld aangevuld om meer te consumeren in de VS.

In de VS is een en ander samen gegaan met lonen en mediane inkomens die sinds ongeveer 1980 niet stegen terwijl de arbeidsproductiviteit wel heel veel is gestegen. De hoge inkomens hebben het erg veel beter gekregen.

.

Er is wel enige vertekening door de groei van het aantal tweeverdieners, waardoor gezinsinkomens toch stegen en ook zijn er nu meer gepensioneerden die gemiddeld ook minder verdienen. Maar toch, hoe de stijging van de welvaart in de VS is verdeeld, roept steeds meer wrevel op. Toch lijkt het nog enige tijd te duren (2018-2020?), voordat het tij keert (richting winst is vies) en de lagere inkomens er relatief veel op vooruit zullen gaan.
 
Het artikel concludeert dat tot een bepaalde ongelijkheid de groei niet erg geremd wordt, maar als de overheid te veel inkomen herverdeelt de groei wel belemmerd wordt als men nog meer wil herverdelen. Plaatje van Andrew Berg en Jonathan Ostry.




Een te grote ongelijkheid (men zegt een Gini >50) remt de groei af. 5 punten extra remt groei met 0,5% af volgens Berg, Ostry en Tsangerides en de opgaande cyclus kan dan een jaar korter worden. (Hun IMF studie IMF Staff Discussion Note, ‘Redistribution, inequality and growth’, February 2014, Jonathan D. Ostry and others.   Heeft als belangrijkste conclusie dat te erge inkomensongeijkheid de economische groei belemmert). Dat is beter dan het plaatje suggereert en meer wat je intuïtief verwacht: landen in Latijns Amerika en Afrika met corrupte regeringen die al het inkomen naar zich toetrokken groeiden minder dan de landen waar de groei vooral naar de middenklasse ging. Herverdeling hoort tot lagere risico’s te leiden en daardoor tot langere economische cycli. Maar als men te ver gaat, dan wordt de groei geremd.
Dat zien we in de lange cycli van de Kondratieffgolf terug, het is het schuiven van de machten tussen bedrijven, employees, overheid en individuele burgers. Heel lang gelooft de kiezer, de tijdgeest dat nivellering goed is (bijvoorbeeld in Nederland van de loonexplosie begin jaren 60 tot akkoord van Wassenaar in 1981) en dan dat het niet goed is voor economische groei (in Nederland sinds 1981). Die periode duurt nu al lang, zelfs voor een Kondratieffgolf.


 

Plaatjes van Brian Reading van Lombard Street Research.  Hij vindt dat de studies vergeten rekening te houden met de groei van de vermogens. Die is sneller gegaan dan de groei van de inkomens. De rijken profiteren hier uiteraard het meeste van. Daardoor is de ongelijkheid nog groter geworden dan de plaatjes al doen vermoeden. Dit begint een steeds groter probleem voor de economische groei te worden. Quantitative Easing vergroot de stijging van de vermogens en daarmee de ongelijkheid. Dat belemmert nu dus de economische groei voor de langere termijn.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten