De markten lijken in een soort correctiefase te zitten en zijn daarom gevoelig voor verhalen als verliezen van deelnemingen van Espirito Santo in het nog niet zo erg degelijke Portugal. De schade was echter beperkt, zeker als je ook nog rekening hield met de slechte cijfers uit Duitsland over de industriële productie (-1,8% in juni, misschien ten dele door verkeerde seizoensaanpassingen) en de export (-1,1%), terwijl Frankrijk (-1,7% industriële productie) eveneens teleurstelde. Een en ander was goed voor neerwaartse bijstellingen voor de groei in Europa ex Spanje.
In Japan daalden de machineorders onverwachts veel, maar het consumentenvertrouwen steeg keurig. Tweede kwartaal dus negatieve groei, daarna weer positieve groei.
In de VS zwakke de groei van het consumentenkrediet iets af. Initial claims voor werkloosheid daalden naar een lage 304.000, doorgaande goede groei van de werkgelegenheidscijfers voorspellend. Dat gaf het NFIB, vertrouwen van midden- en kleinbedrijf ook aan, al daalde indicator iets voor andere zaken als werkgelegenheid. Het optimisme van beleggers volgens AAII kreeg een stevige deuk vorige week.
De notulen van de FED gaven aan dat men al in oktober, een vergadering eerder dan verwacht, met extra aankopen in het kader van QE wilde stoppen.
Het winstseizoen tweede kwartaal is redelijk begonnen.
In India kwam het eerste overheidsbudget van Modi, dat voorzichtig India de goede kant op lijkt te sturen. De verwachtingen waren te hoog gespannen. De goede winstcijfers van Infosys houden de moed erin voor Indiase aandelen.
In China was de inflatie lager dan verwacht (PPI -1,1% en CPI 2,3%), exportgroei een matige 7,2%. De overheid moet en zal een extra tandje bijzetten om de groei boven 7% te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten