3 november 2011

David Brooks en de twee grote ongelijkheden in Amerika




David Brooks, de enigszins conservatieve columnist van de New York Times had een populaire column:The Wrong Inequality.
Men loopt te hoop (via occupy Wall Street) tegen wat hij blauwe ongelijkheid: tegen de 1% rijken die een steeds groter deel van het BNP voor zich opeisen. Die mensen komen vooral voor in de zeer grote steden in de blauwe(=democratisch stemmende) staten.
Die 1% bestaat voor 31% uit mensen die een eigen bedrijf hebben (of grote deelnames daarin), 16% dokters, 14% mensen uit de financiële sector, 8% advocaten, 5% ingenieurs, 2% sportlieden/ mensen uit de amusementswereld (en de rest).
Bijzondere prestaties worden de laatste decennia extreem veel beter beloond. Eigenlijk gebeurt dit niet alleen door prestaties maar ook door het efficiënt druk uit te kunnen oefenen, het kunnen gebruiken (misbruiken) van je macht.
In de zeer grote steden zie je dit soort superstars relatief veel en winkels en bedrijven springen hier op in door zo veel mogelijk aan deze lieden te verkopen. Daardoor groeit de economie van zo'n stad.
De andere 99% komt er vaak maar een beetje bekaaid af.

Daarnaast is er rode ongelijkheid, vooral in de rode (= republikeins stemmende) staten (maar je vindt dit natuurlijk ook in de blauwe staten) waar de grote ongelijkheid niet is tussen supersterren en de rest maar tussen degenen die gestudeerd hebben en de rest die niet verder is gekomen dan high school op zijn best. Ook daar zie je dat de universitairen een steeds groter deel van de koek opeisen en de rest het met steeds minder moet doen. In 1979 verdiende een academicus 39% meer dan het gemiddelde, nu is dat 75%. Opleiding loont steeds beter.
Die rode ongelijkheid is veel gevaarlijker dan de blauwe ongelijkheid volgens Brooks. Academici hebben een veel betere kans dat hun kinderen ook academici worden. Ze leven gezonder, produceren minder onwettige kinderen, scheiden minder vaak, roken minder, zijn minder vaak te dik, zijn vaker getrouwd. Ze spreken ook meer met hun kinderen (in amerika maakt men zich de laatste tijd heel druk dat je tegen jonge kinderen 3 miljoen woorden of zo iets dergelijks gezegd moet hebben, anders ben je geen goede ouder). De sociale ongelijkheid is nog groter dan de inkomensongelijkheid.

Brooks ziet de rode ongelijkheid als het falen, het wegzakken van de Amerikaanse middenklasse.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten