19 april 2012

Pensioenakkoord en de rijkrekenrente

Het meeste aandacht krijgt het knutselen aan de hoogte van de rekenrente en hoe zeker straks een pensioen moet zijn. Moet dat pensioen zo veilig mogelijk zijn in nominale termen of in reële termen?

Enkele van de laatste gedachtespinsels van de commissies:
Hierbij zijn voor FTK1 de eerste twee stappen relevant en voor FTK2 ook nog stappen drie en vier:
1. Nominale swapcurve als vertrekpunt
2. Ultimate Forward Rate (UFR) van 4%. Lineaire interpolatie van de rentecurve vanaf 15 jaar tot 25 jaar en daarna constant op 4%
3. Afslag voor indexatie. Fondsen dienen de Break-Even-Inflatie curve (BEI: verschil nominale swapcurve – reële swapcurve) in mindering te brengen voor 100% dan wel gedeeltelijk (afhankelijk van de ambitie)
4. Tot slot kunnen fondsen een spreadcurve optellen als weerspiegeling van het risicoprofiel van het fonds. Fondsen kunnen kiezen uit 4 varianten (variërend van 0,5% tot 2%)

(uit een notitie van mijn collega Jitzes Noorman, die ook opmerkte: Duidelijk is dat de politieke lobby van APG alsook ouderen aan de winnende hand zijn (blijkens risico-opslagen, UFR, het niet verplicht stellen van LAM, etc.))


De UFR is het hulpmiddel om de rekenrente op te krikken richting een rijkrekenrente. Hoe hoger je die maakt en vooral bij de ultralange looptijden, des te meer besteel je de jongeren ten gunste van de dames achter de geraniums.

Ik vind dat een beperkt hogere rekenrente geen bestelen van de jongeren hoeft te zijn. ALM studies laten zien dat je op basis van historische cijfers en economische theorie (op lange termijn hoort de rente op staatsleningen gelijk te zijn aan de gemiddelde nominale groei van het BNP en aandelen brengen op lange termijn gemiddeld het dividendrendement op plus de winstgroei die ongeveer gelijk hoort te zijn aan de nominale groei van het BNP etc.) op beleggingsrendementen gaat uitkomen voor een beleggingsportefeuille van een pensioenfonds die al snel 2% boven de swaprente uitkomt. Je kunt dan over een lange periode uitrekenen eventueel op basis van prudente cijfers, zoals dat de rente tig jaar zo laag blijft als nu via oneindige manipulatie van de centrale banken, dat de kans dat je een bepaald rendement behaalt van x% boven de rekenrente 80% is.

In een stelsel met solidariteit lijkt me dat streng genoeg. De jongeren zitten dan in 80% van de gevallen aan de goede kant en de ouderen worden dan in 80% van de gevallen dus bestolen. De huidige pers van dat nog steeds oneerlijk, zij willen liever een kans zien van 99,9% dat de ouderen niet krijgen waar ze recht op hebben, door te stellen dat alleen de swaprente voldoende prudent is.

Pensioenen zijn onzeker (vooral reële in het huidige nominale toezichtskader) en daar hoort geen 99,9% zekere rekenrente bij, dan moet je een onbetaalbaar duur verzekeringscontract kopen (dat kan, daar kun je voor kiezen, veel mensen zijn voldoende bang gemaakt dat ze hier ontzettend veel voor over hebben).
Bij enige reële ambities, de wens een en ander betaalbaar te houden en niet te grote afhankelijkheid van de rente in de tien jaar voor je pensioen (dan bouw je heel veel rechten op, dan ben je het meest kwetsbaar voor een lage rente) kun je beter een pensioenfonds hebben dat rendementen enigszins glad strijkt via buffers.

Je hebt uiteraard meer buffers nodig als je niet alles belegt in de veiligste vastrentende waarden en swaps. Een van de redenen is het langlevenrisico. Het zit er dik in dat men ouder wordt dan nu in de sterftetafels staat. Dat is onzeker, maar gezien de enorme technologische vooruitgang op medisch gebied van de laatste tijd, lijkt de kans hierop groot. Dit gaat vooral de verplichtingen in de verre toekomst, die van de jongeren dus, beïnvloeden. Over de rug van de ouderen gaat dat nu gefinancierd worden door uit te gaan van een te lage rekenrente waardoor hun nu opgebouwd pensioenvermogen meer op gaat brengen dan ze aan uitkeringen gaan terugzien.

D.w.z. je hebt een rekenrente nodig die prudent uitkomt boven de huidige door centrale banken naar beneden gemanipuleerde rente. Dan besteel je de ouderen niet te veel en begunstig je de jongeren nog steeds.

N.B. In de solidariteit zijn de ouderen altijd bevoordeeld geweest in de geschiedenis. Bij een omslagstelsel is dat zelfs 100%. Bij een kapitaaldekkingstelsel kan dit 0% zijn of zelfs negatief. De pensioenpremies van oudere actieven zijn te laag vergeleken met de jongeren (je bouwt met een vast percentage van je loon bij defined benefit een bepaald zelfde aanspraak op, of je nu 24 bent (en nog ca. 45 jaar rente op rente krijgt) of 64 (en nog 1 jaar rente op rente krijgt). Die gemiddelde doorsneepremie is discutabel, maar daar heeft men het nog niet erg over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten